Download Print deze pagina

Honeywell MicroRAE Snelstartgids pagina 2

Advertenties

Bumptesten en kalibreren instellen
Belangrijk! Test de alarmen alvorens een bumptest of
spankalibratietest uit te voeren.
Kalibreer de MicroRAE handmatig met een vaste
debietregeleenheid (raadpleeg de gebruikershandleiding
voor meer informatie) en de meegeleverde speciale
kalibratieadapter die de gasinlaat afdekt:
1. Sluit de gascilinder, afsluiter, slangen en
kalibratieadapter aan op de MicroRAE.
2. Ga met de MicroRAE in de normale modus naar de
programmeermodus door zowel [MODE] als [Y/+]
tegelijkertijd ingedrukt te houden tot het
wachtwoordscherm verschijnt.
3. Voer het wachtwoord van vier cijfers in.
(Het standaardwachtwoord is "0000".) Volg
vervolgens de menu's om een enkele of multisensor
bumptest, nul- of spankalibratie uit te voeren.
Belangrijk! Na een bumptest of kalibratie, verwijdert u
de kalibratieadapter om correcte metingen te garanderen.
Bumptests (functioneel)
Voer bumptesten uit om te controleren of de sensoren en
alarmen werken.
Belangrijk! Zorg ervoor dat alle sensoren zijn
opgewarmd alvorens de bumptest uit te voeren.
Met de MicroRAE in programmeermodus:
1. Ga naar het bumptestmenu of het multibumpmenu.
De kalibratiegaswaarde voor elke sensor wordt
weergegeven.
2. Selecteer bij Single Bump (Eén bump) de sensor die u
wilt bumptesten. Bij Multi Bump (Meervoudige bump)
hoeft u geen sensor te selecteren.
3. Sluit kalibratiegas aan op het instrument en start
de toevoer.
4. Druk op [Y/+] om de bumptest te starten
5. Na het aftellen wordt het resultaat weergegeven.
6. Sluit het bumptesten af.
Nulkalibratie en kalibratie met zuivere lucht
Voordat er andere kalibraties worden uitgevoerd, moet de
MicroRAE met zuivere lucht worden gekalibreerd, met
20,9% zuurstof of met een cilinder met zuivere nullucht.
De zuurstofsensor moet worden gekalibreerd met stikstof
(N
). Selecteer "Fresh Air" (zuivere lucht) in de
2
programmeermodus. Vervolgens:
Druk op [Y/+] om een kalibratie Frisse lucht te starten voor
de vermelde sensoren. Alle sensoren worden tegelijkertijd
met frisse lucht gekalibreerd.
Voor een afzonderlijke nulkalibratie van de sensoren:
1. Selecteer SINGLE ZERO (Eén nul) en selecteer een sensor.
2. Druk op [Y/+] om een sensor voor nulkalibratie te selecteren.
3. Start de gasstroom voor de nulinstelling, indien deze
wordt gebruikt, en druk op [Y/+].
4. Op het scherm wordt CAL (Kalibreren) weergegeven en
er wordt afgeteld.
5. Wanneer dit is voltooid, wordt PASS (Geslaagd)
weergegeven (de meting moet 0 of bijna nul zijn voor de
brandbare en toxische gassensoren, en 0% Vol. voor een
zuurstofsensor).
6. Schakel de toevoer van nullucht uit (indien deze wordt
gebruikt) en verwijder de kalibratieadapter.
Menunavigatie
Herhaaldelijk drukken op
[MODE] laat u door de schermen
lopen zoals hier wordt getoond.
Opmerking: de grijze vakjes
geven optionele functies aan.
Deze zijn afhankelijk van de
configuratie en instellingen van
het instrument. Raadpleeg de
gebruikershandleiding van de
MicroRAE voor uitvoerige
instructies.
https://www.honeywellanalytics.
com/en/product/portable-gas-
detection
Spankalibratie
Spankalibratie bepaalt het tweede punt van de
sensorkalibratiecurve voor de sensor.
Belangrijk! Zorg ervoor dat alle sensoren zijn
opgewarmd alvorens een spankalibratie uit te voeren.
Met de MicroRAE in programmeermodus:
1. Ga naar het menu Single Span (Eén span) of Multi
Span (Meervoudige span). De kalibratiegaswaarde
voor elke sensor wordt weergegeven.
2. Selecteer bij Single Span (Eén span) de sensor die u
wilt kalibreren. Bij Multi Span (Meervoudige span)
hoeft u geen sensor te selecteren.
3. Sluit kalibratiegas aan op het instrument en start
de toevoer.
4. Druk op [Y/+] om de kalibratie te starten.
5. Na het aftellen wordt het resultaat weergegeven.
6. Sluit de spankalibratie af.
Rev. C
P/N: M03-4002-000

Advertenties

loading