INSTALLATIE
BASISINSTRUCTIES
Om de correcte werking van de droger te garanderen, moet u
de volgende instructies nauwgezet naleven:
De droger moet loodrecht staan bij de installatie. De onderzijde
is voorzien van instelbare voetjes. Regel deze 4 voeten bij om
het apparaat te nivelleren voor u het in gebruik neemt.
Controleer of er schade is opgetreden aan de droger tijdens het
transport. U mag nooit een beschadigde droger gebruiken. Als
het apparaat beschadigd is, moet u contact opnemen met de
leverancier.
De droger moet uit de buurt van brandbare stoffen worden
gehouden.
De omgeving moet droog en goed geventileerd zijn.
Om de droger beter te doen presteren, mag de omgevingstem-
peratuur niet lager zijn dan 10°C en niet hoger dan 35°C.
AFVOER OMSCHAKELING
Tijdens het drogen van wasgoed wordt het gecondenseerde
water automatisch opgevangen in het waterreservoir in de
droger en het water moet dus worden verwijderd uit het
reservoir na elke droogcyclus. Als uw droger in de buurt van
een afvoerleiding staat, mag u het gecondenseerde water
rechtstreeks afvoeren in de afvoerleiding via de afvoerbuis om
het reservoir elke keer leeg te maken.
De methode om de afvoerbuis aan te sluiten is als volgt:
Trek de afvoerbuis van de verbinding.
Voer de afvoerbuis op de bevestiging.
Verwijder de accessoire afvoerbuis.
Bevestig de afvoerbuis op de plaats van de verbinding.
Opmerking: de uitlaat van de afvoerbuis mag
niet hoger zijn dan 1.0 m boven de vloer
AANSLUITING OP DE NETVOEDING
Voor u het apparaat aansluit op de netvoeding, moet u de volgende elementen controleren:
De aansluiting is voldoende voor het maximum vermogen van de droger
(uit veiligheidsoverwegingen moeten de zekeringen in het stroomcircuit
een vermogen hebben van minimum 15A).
De spanning moet voldoen aan de vereisten.
Het stopcontact moet compatibel zijn met de stekker van de droger.
Sluit het apparaat aan op een geaard stopcontact.
VOOR GEBRUIK