krachtondersteuning zijn onderhevig aan slijtage en dienen tijdens de levensduur mogelijk vervangen te
worden.
8.2
Reinigen
Gebruik voor het schoonmaken van de tillift een gewoon, niet agressief of schurend,
schoonmaakmiddel. Bijvoorbeeld één van de volgende schoonmaakmiddelen:
•
Standaard schoonmaakmiddel PH 5,5 - 8
•
Desinfectiedoekjes met 70% alcohol
•
Desinfectiedoekjes met 1.5% waterstofperoxide
Reinig de lift met een goed uitgeknepen vochtige doek na het gebruik van een desinfectiemiddel.
Let op!
Gebruik nooit agressieve oplosmiddelen bij het schoonmaken van de lift. Het
schoonmaakmiddel mag niet petroleumhoudend zijn.
8.3
Aandachtspunten bij gebruik
Onderstaande punten dienen tijdens het gebruik van de lift geregeld gecontroleerd te worden.
Voor elk gebruik te controleren
•
Controleer de clips van de slings op tekenen van slijtage.
•
Controleer de sling – in het bijzonder de banden – op tekenen van slijtage of beschadigingen.
Wekelijks te controleren
•
Controleer of alle functies van de tillift nog goed werken:
Breng de tillift volledig naar boven en naar beneden, beweeg de spreidpoten volledig naar buiten
en naar binnen, test de noodstop en test bij modellen met elektrische krachtondersteuning of deze
naar behoren functioneert. Neem bij storingen of afwijkingen contact op met uw leverancier.
Regelmatig te controleren
•
Controleer of alle bevestigingsbouten en alle draaipunten van de tillift nog goed vast zitten.
•
Controleer het frame op beschadigingen en roestvorming.
•
Controleer of alle wielen nog soepel draaien en of de wielen schoon zijn.
Waarschuwing!
Neem de tillift onmiddellijk uit gebruik wanneer u op een van bovenstaande
punten afwijkingen signaleert en neem contact op met uw technische dienst en/of
leverancier.
Waarschuwing!
Pas op dat de tillift niet te nat wordt op plaatsen waar dit tot problemen met
elektrische onderdelen of roestvorming kan leiden.
8.4
Periodieke inspectie
Conform NEN-EN ISO 10535 dient de tillift minimaal eenmaal per jaar te worden geïnspecteerd door een
door de fabrikant daartoe bevoegd persoon. Alle functionele delen moeten worden nagekeken en er
dient minimaal één volledige lift cyclus uitgevoerd te worden met het maximale tilgewicht (zie
hoofdstuk 10 'Technische specificaties'). De bevindingen dienen gerapporteerd te worden.
Conform NEN-EN ISO 10535 dienen slings minimaal twee maal per jaar te worden geïnspecteerd door
een daartoe bevoegd persoon. Meer frequente inspectie wordt aanbevolen indien de sling meer dan
gemiddeld wordt gebruikt of gereinigd.
19