Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Elektrische Aansluiting; Algemene Opmerkingen Betreffende De Elektrische Aansluiting; Contactvarianten; Aansluiting - schmersal BNS 40S Bedieningshandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Bedieningshandleiding
Veiligheidssensor

4. Elektrische aansluiting

4.1 Algemene opmerkingen betreffende de elektrische aansluiting

De elektrische aansluiting mag uitsluitend in spanningsloze
toestand door gemachtigd en gekwalificeerd personeel
uitgevoerd worden.
Neem de opgegeven aderkleuren in acht voor het aansluiten van
de veiligheidssensoren.

4.2 Contactvarianten

De contactpositie toont de sensor in bediende toestand bij gesloten
veiligheidsdeur. Bij veiligheidssensoren met LED brandt de LED als de
veiligheidsdeur gesloten is. De contactconfiguraties van de uitvoeringen
met of zonder LED zijn identiek.
GY S13
S14 PK
GN S21
S22 YE
S32 BN
WH S31
BNS 40S-...(G)-LST
1
2 3 4 5 6 7 8

4.3 Aansluiting

De veiligheidssensor is geschikt voor gebruik met veiligheidsmodules
die via NO/NC veiligheidsingangen of NC/NC veiligheidsingangen
aangestuurd worden.
Bij deze versies is de optionele LED in het circuit S21-S22 geïntegreerd.
Aansluiting aan veiligheidsmodules met NO/NC ingangen:
Maakcontacten
S13 - S14
(NO)
Verbreekcontacten
S21 - S22
(NC)
Verbreekcontacten
S31 - S32
(NC)
Aansluiting aan veiligheidsmodules met NC/NC ingangen:
Verbreekcontacten
S21 - S22
(NC)
Verbreekcontacten
S31 - S32
(NC)
Maakcontacten
S13 - S14
(NO)
4
aan de NO ingang
van de veiligheidsmodule
(veiligheidsmodule AES:
klem S13 - S14)
aan de NC ingang S21 - S22
van de veiligheidsmodule
(veiligheidsmodule AES:
klem S21 - S22)
kan als signaalcontact
gebruikt worden
aan de 1ste NC ingang
veiligheidsmodule
(veiligheidsmodule AES:
klem S11 - S12)
aan de 2ste NC ingang
veiligheidsmodule
(veiligheidsmodule AES:
klem S21 - S22)
kan als signaalcontact gebruikt
worden

5. Gebruik en onderhoud

5.1 Functietest

De veiligheidsfunctie van de veiligheidsschakelaar moet getest worden.
Hierbij moet vooraf het volgende gegarandeerd zijn:
1. Bevestiging van veiligheidssensor en bediensleutel.
2. Juiste bevestiging en goede conditie van de voedingskabel.
3. het systeem is vrij van vuil en vreemde onderdelen
(vooral metaalspanen).

5.2 Onderhoud

Bij een correcte installatie en doelmatig gebruik vereist de
veiligheidssensor geen onderhoud.
Wij raden een regelmatige visuele inspectie en functietest aan,
inclusief de volgende stappen:
• Bevestiging van de bediensleutel en de veiligheidssensor controleren.
• Eventueel aanwezige metaalspanen verwijderen.
• Voedingskabel op eventuele beschadigingen controleren.
Tijdens alle bedrijfsmatige levensfasen van de
veiligheidsschakelcomponent moeten constructief
en organisatorisch geschikte maatregelen voor de
manipulatiebeveiliging of tegen het manipuleren van de
veiligheidsvoorziening, bijvoorbeeld door het gebruik van
een vervangende bediensleutel, getroffen worden.
Beschadigde of defecte componenten moeten onmiddellijk
vervangen worden.

6. Demontage en afvalverwijdering

6.1 Demontage

De veiligheidsschakelaar mag uitsluitend in spanningsloze toestand
gedemonteerd worden.

6.2 Afvalverwijdering

De veiligheidscomponent moet op een correcte manier volgens de
geldende nationale voorschriften en wetgevingen afgevoerd worden.
NL
BNS 40S

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave