Installatiehandleiding
Wasautomaat «Frontlader»
Eengezinswoning
Elektrische aansluitingen
Elektrische aansluitingen moeten door vakkundig personeel uitgevoerd worden volgens de normen en richtlijnen voor
laagspanningsinstallaties en volgens de bepalingen van de plaatselijke elektriciteitsbedrijven.
Een stekkerklaar toestel mag uitsluitend aangesloten worden op een randaardestopcontact dat volgens de voorschriften is
geïnstalleerd. De huisinstallatie dient te worden voorzien van een netscheidingsinrichting met 3 mm contactopening.
Schakelaars, stekkers, LS-automaten en smeltzekeringen die na installatie van het toestel vrij toegankelijk zijn en die als
schakelaar dienen voor alle poolgeleiders, zijn als scheider toelaatbaar. Een onberispelijke aardaansluiting en gescheiden
gelegde neutrale en randaardeleidingen zorgen voor een veilige en storingsvrije werking. Na montage mogen
spanningsvoerende onderdelen en leidingen met bedrijfsisolatie niet aanraakbaar zijn. Controleer oude installaties.
Informatie over de vereiste netspanning, stroomsoort en beveiliging vindt u op het serviceplaatje.
➤
Inzethoogte van de apparaten: tot max. 2000 meter boven de zeespiegel
➤
Informatie over de vereiste netspanning, stroomsoort en beveiliging vindt u op het serviceplaatje.
➤
Aansluitkabel
De aansluitkabel mag uitsluitend door de fabrikant, de klantendienst van de fabrikant of een gelijk gekwalificeerd persoon
worden vervangen.
400 V 2N~ 50 Hz, 10 A
L2
Kleurcode
L1
L2
zwart
L1
bruin
N
N
blauw
geel/groen
Foutmelding «U1»
Het toestel erkent een overspanning. De bekabeling, in het bijzonder de randaardeleiding controleren.
230 V~ 50 Hz, 10 A
4 × 1 mm²
L1
N
5
230 V~ 50 Hz, 16 A
3 × 1 mm²
L1
N
J265.117-4
18.4.12 FUW
3 × 1,5 mm²