Installatiehandleiding
Wasautomaat «Frontlader»
Eengezinswoning
4. Nivelleren
Voor een storingsvrije werking moet het toestel loodrecht met alle 4 de voeten op de grond staan en mag het niet wankelen.
Hoogte instellen
Hulpmiddel: Combi-sleutel K (meegeleverd) en waterpas L
Achterste stelvoeten:
Hoogte instelling max. 14 mm / 1,5 mm per omwenteling.
A
Lijn het toestel loodrecht uit door de sokkel met de combisleutel te draaien.
Voorste stelvoeten:
A
Schuif het toestel in de installatieplaat.
A
Lijn het toestel loodrecht uit door de sokkel met de combisleutel te draaien.
– Het toestel mag niet wankelen.
5. Sanitairaansluitingen
De voorschriften van het plaatselijke watervoorzieningsbedrijf dienen aangehouden te worden.
Eventuele oude toevoer- en afvoerleidingen moeten altijd door nieuwe slangen worden vervangen.
Watertoevoer
Uitsluitend koud water G¾", mogelijk drukbereik 0,1–0,6 MPa (1–6 bar).
Aansluiting aan mengkraan of doorstroomverwarming niet toegestaan!
A
Het dichtingsvlak van de kraan moet schoon en glad zijn.
A
Leg de slang zonder knikken en verdraaiingen.
A
Controleer de dichtheid.
A
Zet de slang waar toegankelijk samen met de kleefsokkel aan de achterwand vast (zie afbeelding «Waterafvoer»).
Waterafvoer
Slangklem
Afvoerslang
Rubberen verbindingsstuk
ø binnen 21,5 mm
ø buiten 28,0 mm
A
Bescherm de afvoerslang bij het leggen tegen beschadiging en knikken (er stroomt heet zeepsop doorheen).
A
Bij alle aansluitingsvarianten moet de slanghouder worden gemonteerd.
A
Bij afvoer in badkuip, wastafel etc, moet het uiteinde van de slang met een bochtstuk (slanghouder) worden bevestigd.
A
Pomphoogte van de afvoerpomp max. 1,2 m.
Kleefsokkel
Afvoerslang tot vereiste lengte
verkorten.
Slanghouder
(bochtstuk)
Kleefsokkel
4
J265.117-4
18.4.12 FUW
L
Verkorting van de afvoerslang
is niet mogelijk!
K