Basisfuncties
Bedieningsbewegingen
Met eenvoudige bewegingen kunt u het apparaat gemakkelijk bedienen.
Overmatig schudden van of harde klappen tegen het apparaat, kunnen ongewenste invoer
veroorzaken. Voer bewegingen correct uit.
Het scherm draaien
Veel applicaties kunnen worden weergegeven in liggende of staande stand. Als u het apparaat
draait, wordt het scherm aangepast aan de nieuwe schermstand.
Als u wilt voorkomen dat het scherm automatisch wordt gedraaid, opent u het meldingenvenster en
schakelt u Scherm rotatie in.
• I n sommige applicaties kan het scherm niet worden gedraaid.
• S ommige applicaties geven een ander scherm weer afhankelijk van de stand.
25