Schakelen tussen ingangssignalen
De projector kan tegelijkertijd op verschillende apparaten worden aangesloten. De beelden van
deze apparaten kunnen echter niet tegelijkertijd worden weergegeven.
Wanneer u drukt op het bedieningspaneel van de projector of op de afstandsbediening op
SOURCE (Bron) drukt, wordt er in de rechterbenedenhoek informatie weergegeven over het
huidige signaal en de huidige resolutie. Druk nogmaals op SOURCE (Bron) om een
bronselectiebalk weer te geven. U kunt handmatig verschillende keren op SOURCE (Bron)
drukken totdat het gewenste signaal is geselecteerd, of de projector automatisch naar het
beschikbare signaal laten zoeken.
Wanneer het signaal is gevonden, wordt de
informatie over de geselecteerde bron 3 seconden
in de rechterbenedenhoek van het scherm
weergegeven. Wanneer er meerdere apparaten op
de projector zijn aangesloten, kunt u opnieuw op
de knop drukken om een ander signaal te zoeken.
Controleer of de functie Bron Scan in het menu
Geavanceerd is ingeschakeld als u wilt dat de
projector automatisch naar signalen zoekt. Zie
"Bron Scan (aan)" op pagina 44
informatie.
Als er geen ingangssignaal wordt gevonden nadat
er twee keer automatisch naar is gezocht, wordt er
op het scherm weergegeven dat er geen signaal is.
De helderheid van het geprojecteerde beeld verandert tijdens het schakelen tussen de
verschillende ingangssignalen. Grafische "pc"-presentaties met stilstaande beelden zijn
doorgaans helderder dan "Video"-presentaties met bewegende beelden (films).
De beschikbare projectietoepassingen zijn afhankelijk van het type ingang. Zie
beeldmodus selecteren" op pagina 31
Het geprojecteerde beeld aanpassen
De projectiehoek aanpassen
De projector heeft vooraan een handige snelversteller en achteraan een verstelvoetje. Met deze
verstelvoetjes kunt u de hoogte van het beeld en de projectiehoek wijzigen. De projectorhoogte
aanpassen:
1.
Til de projector op en druk de knop
van de versteller in om deze los te
maken. De versteller glijdt omlaag
en wordt in de juiste stand
vergrendeld.
Kijk niet in de lens wanneer de
projectorlamp brandt. Het felle licht kan
schade toebrengen aan uw ogen.
2.
Draai aan het achterste verstelvoetje
om de horizontale hoek
nauwkeuriger in te stellen.
U schuift het verstelvoetje in door de
projector omhoog te houden terwijl u op de verstellerknop drukt. Laat de projector vervolgens
langzaam zakken. Draai in omgekeerde richting aan het achterste verstelvoetje.
Als het scherm en de projector niet loodrecht op elkaar staan, krijgt het geprojecteerde beeld een
verticale trapeziumvorm. U kunt het probleem oplossen door de waarde voor Keystone aan te
passen in het menu Beeld via het bedieningspaneel van de projector of via de afstandsbediening.
Zie
"Keystone corrigeren" op pagina 29
28
Bediening
voor meer
voor meer informatie.
voor meer informatie.
"Een