BEDIENING
Bedieningspaneel
Stroomaanduidinglampje
1
Temperatuurregelaar
2
Normaal verlichting
3
Inschakelen
Sluit het apparaat op het lichtnet aan.
1. Draai de thermostaatknop naar rechts
op een gemiddelde stand.
Het vermogensindicatielampje gaat aan en
er klinkt gedurende 2 seconden een
geluidssignaal.
Als de temperatuur in het
apparaat te hoog wordt, gaat
het alarmlampje knipperen en
klinkt er een alarm.
2. Druk op de Normaal schakelaar en het
akoestisch signaal zal worden
uitgeschakeld.
3. Druk nogmaals op de Normaal
schakelaar en het Normaal lampje gaat
branden. Het apparaat zal gaan
werken.
Uitschakelen
Draai de thermostaatknop naar de stand
"O" waarna u ongeveer gedurende 2
seconden een geluid hoort.
Het vermogensindicatielampje gaat uit.
1
2
3
4
5
Temperatuurregeling
De temperatuur wordt automatisch
geregeld.
1. draai de thermostaatknop op een lagere
2. draai de thermostaatknop op een
4
5
Normaal schakelaar knop en alarmreset
Alarmlampje
Een gemiddelde instelling is over
het algemeen het meest
geschikt.
De exacte instelling moet echter
worden gekozen rekening
houdend met het feit dat de
temperatuur in het apparaat
afhankelijk is van:
• de kamertemperatuur
• hoe vaak de deur geopend
wordt
• de hoeveelheid voedsel die
wordt bewaard
• de plaats van het apparaat
stand om de minimale koude te
verkrijgen.
hogere stand om de maximale koude te
verkrijgen.
5