3
.
Stel de naam in van de aan de Warmtepompunit Nr.
-knop toe te voegen warmtepompunit.
Tik de Warmtepompunit Nr. -knop aan waarmee de
naam is ingesteld.
Wanneer het letterselectiescherm net zo
weergegeven wordt als de instelling van de naam
afstandsbediening (☞ Ga naar 2), voer letters in.
De naam van de warmtepompunit kan ingevoerd
Na invoeren, tik Set -knop aan.
4
.
Stel in of bericht voor [In werking voor ontdooiing]
weergegeven dient te worden of niet.
Wanneer de uitgangswaarden dicteren dat vriezen
begint als de warmtepomp in bedrijf is, wordt de
ontdooiprocedure automatisch geregeld.
Weergeven ... Tijdens ontdooiprocedure, wordt het
bericht voor [In werking voor
ontdooiing] weergegeven.
Verberg
... Het bericht [In werking voor
ontdooiing] wordt niet weergegeven.