(*opm 6 mod. Hi)
Stel de werkdiepte in met de handknop op het schroefregister.
(*opm 7 mod. Hi) (*opm 8 mod. Hi)
Algemene gebruiksnormen van de hydraulische motor:
-
De bedrijfstemperatuur van de olie moet normaal tussen +30 en +60°C liggen, bij hoger
temperaturen zal de olie veel korter meegaan.
-
De omgevingstemperatuur voor de motor moet tussen -30°C en +90°C liggen.
-
Voor correct bedrijf moet men een minerale olie gebruiken met toevoegingen tegen slijtage, met
graad ISO 46 of met een viscositeit bij normale bedrijfstemperatuur van ongeveer 37 cSt en met
een geschikte viscositeitindex. In ieder geval moet de viscositeit bij de bedrijfstemperatuur niet
onder 22 cSt of boven 75 cSt komen.
-
Voordat men de installatie opstart moet men controleren dat alle componenten op de juiste manier
gemonteerd zijn en dat de olie in het reservoir op het juiste niveau staat.
-
Daarna is het noodzakelijk om de lucht uit de installatie te verwijderen en deze 10 tot 15 minuten
zonder belasting te laten werken, zodat men de vorming van schuim en onregelmatig bedrijf
voorkomt.
-
Controleer eventuele lekken en vul de olie zonodig bij.
-
Controleer regelmatig het olieniveau en zorg dat de filters schoon worden gehouden en zonodig
vervangen, volgens de voorschriften van de fabrikanten.
Filtering van de olie
Om een goede werking en een lange levensduur van de motor te kunnen waarborgen moet het
verontreinigingsniveau van de olie in het bereik 20/16 liggen, volgens de norm ISO 4406. Daartoe moeten
de filters in de retourleiding naar het reservoir een filtratieniveau van 40 µm absoluut waarborgen of 25 µm
16
NEDERLANDS
16