Inhoudsopgave
Advertenties
BEDIENING
Foutopsporingsgids
Tabel 102-1:
Foutopsporingsgids (vervolg)
Probleem
Alarm: Geblokkeerd
rookkanaal
Alarm: Fout gasklep
[nummer]
Alarm: Fout brander
[nummer]
Alarm:
Fout ontstekingsmodule
[nummer]
Alarm:
Fout ventilator [nummer]
Alarm:
Geen luchtstroom
afvoerventilator
Alarm:
Geen luchtstroom
verbranding
Alarm:
Vervang ontstekingen!
Luchtbevochtiger wordt niet
warm
Lage uitgang
102
INSTALLATIE- EN BEDIENINGSHANDLEIDING VAPOR-LOGIC
Mogelijke oorzaken
• Geblokkeerde rookgassensor is open
• Defecte ontstekingsmodule
• Verkeerd bedrade gasklep
• Geen gastoevoer naar eenheid
• Gasklep is gesloten of er is geen stroom
naar de klep
• Kapotte ontsteking
• Uitlaatdruk gasklep is te laag
• Inlaat van ventilator is vuil of verstopt
• Vlamsensor detecteert geen vlam
• Polariteit omgekeerd bij voedingsblok
• Ontstekingsvolgorde ingeschakeld zonder
stroom naar gasklep
• Gasklep/ontsteking/detectie-elektrode is niet
in de juiste volgorde
• De ventilator is onjuist bedraad of de
ventilator voldeed niet aan de gevraagde
snelheid
• De luchtstroomschakelaar van de
afvoerventilator is open
• De verbrandingsluchtklep is open
• De levensduur van de ontstekingsmodule
heeft 100 .000 cycli bereikt en de
luchtbevochtiger is uitgeschakeld .
• Stoomstopklep gesloten
• Stoomvanger verstopt
• Stoomzeef verstopt
• Lage toevoerstoomdruk
• Stoomklep onbruikbaar
• Stoomvanger geblokkeerd
• Warmtewisselaar met kalkaanslag
VERSIE 6
®
Acties
•
Controleer het ventilatiesysteem op obstructies .
•
Controleer de luchtleiding naar de rookkanaalschakelaar op
obstructies .
•
Winderige omstandigheden veroorzaken afzuiging in
ventilatiesysteem . Installeer een ontluchtingskap voor hoge
wind of isoleer zoals aanbevolen door lokale codes .
•
Controleer ontstekingsmodule . Vervang zo nodig .
•
Controleer de bedrading van de gasklep .
•
Verifieer dat de gastoevoerklep open is en minimum druk
ontvangt bij het spruitstuk volgens het specificatieplaatje .
•
Controleer op 24VAC tussen de ontstekingsmodule en de gasklep .
•
Controleer of de plug van de gasklep juist is geplaatst .
•
Controleer of de ontsteker gloeit . Vervang zo nodig .
•
Verifieer dat de uitlaatdruk is ingesteld volgens het
specificatieplaatje .
•
Reinig de inlaat en controleer op obstructies .
•
Controleer de bedrading van de vlamsensor .
•
Controleer de polariteit bij binnenkomende stroom . Wijzig
indien nodig .
•
Losse vezel van brander die vlamsensor raakt . Gebruik
een schroevendraaier om de vezels voorzichtig omlaag te
duwen bij de vlamsensor .
•
Vlamsensor is gebarsten . Vervangen .
•
Controleer de polariteit .
•
Controleer de ontstekingsvolgorde .
•
Vervang de ontstekingsmodule .
•
Controleer de draadaansluitingen op deze onderdelen .
•
Controleer of de bedrading van de ventilator correct is .
•
Vervang de ventilator .
•
Controleer of de bedrading van de afvoerventilator correct is .
•
Repareer of vervang de afvoerventilator .
•
Controleer of de bedrading van de verbrandingsluchtklep
correct is .
•
Repareer of vervang de rookklepmotor .
1 . Druk op het thuisscherm op de schermtoets Hoofd .
2 . Selecteer Setup (Configuratie) in het volgende menu .
3 . Selecteer in de lijst met items Reset naar standaardwaarden .
4 . Wilt u Reset ign . counts (Aantal ontstekingen tellen) selecteren?
5 . Selecteer Yes (Ja) om het resetten te bevestigen .
•
Controleer of de klep open staat .
•
Reinig de opvanger .
•
Reinig de zeef .
•
Controleer de stoomtoevoerdruk . Zorg voor een stoomdruk
zoals gespecificeerd voor de eenheid .
•
Klep gaat niet helemaal open . Controleer het signaal naar
de klep .
•
Opvanger vangt geen condensaat op .
•
Reinig de warmtewisselaar .
Advertenties
Inhoudsopgave
