Frequentiebereik omschakelen
Wordt het apparaat ingeschakeld, wordt rekening gehouden met
alle frequenties.
1. Druk één keer op de toets frequentie (6) om hoge
frequenties te activeren.
1x
ð De LED voor de hoge frequenties brandt.
2. Druk twee keer op de toets frequentie (6) om lage
frequenties te activeren.
2x
ð De LED voor de lage frequenties brandt.
8
3. Druk drie keer op de toets frequentie (6) om lage
frequenties te activeren.
3x
ð De LED's frequentie (2) gaan uit.
Meetpunt wisselen
Afhankelijk van het te meten oppervlak, resp. het in de
transportleiding aanwezige medium, kunnen verschillende
meetpunten worden gemonteerd. Het apparaat is bij de levering
uitgerust met de standaard meetpunt, waarmee bijv.
waterleidingen kunnen worden gecontroleerd.
Ga als volgt te werk voor het wisselen van de meetpunt:
1. Schroef de meetpunt van het apparaat.
2. Schroef bijv. de kommagneet op het apparaat.
afluisterapparaat LD6
NL