Inhoudsopgave
Advertenties
AVENAR detector 4000
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
2.5
Compatibiliteit
–
–
Opmerking!
i
De tweevoudig optische melders van de AVENAR detector 4000-serie kunnen niet worden
gebruikt met de FPA-5000 paneelcontroller van het type A.
Opmerking!
i
FAP-425-DOTCO-R wordt alleen ondersteund op AVENAR panel 8000 en AVENAR panel 2000.
2.6
Accessoires
2.6.1
Meldersokkels
Melders in de AVENAR detector 4000-serie worden gebruikt in een van de volgende
meldersokkels.
Bosch Sicherheitssysteme GmbH
–
Actieve instelling van de drempelwaarde (driftcompensatie) van de chemische
sensor.
Met tot 50 V/m is de EMC beduidend groter dan de normatieve vereisten.
Behoud van de LSN-lusfuncties bij draadbreuk of kortsluiting van een melder dankzij
geïntegreerde isolatoren.
Aanduiding van afzonderlijke melders op de brandmeldcentrale in geval van alarm.
Alarmindicatie op de melder met een knipperende rode LED.
Programmeerbare gevoeligheid, dat wil zeggen, kan worden aangepast aan het
werkgebied.
Verbeterde detectie en beveiliging tegen ongewenste alarmen, dankzij analyse van het
tijdgedrag van brand en van storingsvariabelen.
Activeren van nevenindicator is mogelijk.
Om te voorkomen dat onbevoegden toegang hebben tot het apparaat, kan de borgklem
worden geïnstalleerd.
Stofwerende labyrintafdichting en kapconstructie.
De reinigingsopening (voorzien van een dop) dient om de optische kamer schoon te
blazen met perslucht. (Niet vereist voor de FAH-425-T-R hittemelder.)
Gebruik van afgeschermde of niet-afgeschermde kabels toegestaan.
De lustechnologie van LSN improved version ondersteunt de aansluiting van maximaal
254 melders uit de AVENAR detector 4000-serie per lus of steeklijn (neem hierbij de
landelijke regelgeving in acht).
Mogelijkheden voor flexibele netwerkstructuren, zonder aanvullende elementen (T-
aftakking is niet mogelijk voor melderuitvoeringen zonder draaischakelaars).
Automatische of handmatige melderadrestoewijzing mogelijk.
Statusinformatie en uitgebreide diagnostische gegevens (bijv. serienummer, bedrijfsuren,
vervuilingsgraad, EMC-sterkte, huidige analoge waarden) zijn beschikbaar op het scherm
van de brandmeldcentrale en via Condition Monitoring.
Voldoet aan EN 54-, EN 50131- en VdS-richtlijnen.
Voor aansluiting op brandmeldcentrales met uitgebreide LSN-kenmerken.
In classic-modus kan de melder worden aangesloten op BZ 500 LSN, UEZ 2000 LSN en
UGM 2020 LSN en op andere brandmeldcentrales of de ontvangermodules hiervan met
identieke aansluiteigenschappen maar met de bestaande LSN-systeemlimieten.
Bedieningshandleiding
Systeemoverzicht | nl
2023-06 | 07 | F.01U.283.550
9
Advertenties
Inhoudsopgave
