AVENAR detector 4000
2.6.2
Meldersokkelsirenes
Meldersokkelsirenes worden gebruikt wanneer de akoestische signaalgeving van een alarm
direct vereist is bij de brandhaard.
FNM-420U-A-BS
Analoog adresseerbare sokkelsirenes zonder onderbreking
voor gebruik binnenshuis, wit of rood: FNM-420U-A-BSWH,
FNM-420U-A-BSRD
FNM-420-A-BS
Analoog adresseerbare sokkelsirenes voor gebruik
binnenshuis, wit of rood: FNM-420-A-BS-WH, FNM-420-A-BS-RD
2.6.3
Akoestische/visuele alarmen
Analoog adresseerbare combinatie van sokkelsirene (EN 54-3)
en visueel alarm (EN 54-23) zonder onderbreking voor gebruik
binnenshuis.
Witte behuizing, witte of rode flits: FNX‑425U‑WFWH,
FNX‑425U‑RFWH
Rode behuizing, witte of rode flits: FNX‑425U‑WFRD,
FNX‑425U‑RFRD
2.6.4
Nevenindicatoren
De nevenindicator wordt gebruikt wanneer de automatische melder wordt ingebouwd in een
ruimte die verborgen is of die niet zichtbaar is, zoals afgesloten ruimtes, valse plafonds of
achter muren. Het wordt aanbevolen de nevenindicator te installeren in gangen of
toegangspaden van de desbetreffende afdelingen of ruimtes van het gebouw.
FAA‑420‑RI‑ROW
Voor toepassingen waarbij de automatische melder niet zichtbaar
is of in valse plafonds/vloeren is ingebouwd.
Bosch Sicherheitssysteme GmbH
Bedieningshandleiding
Systeemoverzicht | nl
11
2023-06 | 07 | F.01U.283.550