9 Installatie
9
Installatie
OPMERKING
Houd de omgeving van de installatie tijdens de installatie
van de controller stofvrij om te voorkomen dat er deeltjes
langs de kant van de printplaat in de controller
terechtkomen.
9.1
Gebruikersinterface monteren
Voor u de gebruikersinterface kunt monteren, moet u bepalen langs
waar u de bedrading wilt laten lopen, en hiervoor een deel uit de
achterste behuizing van de gebruikersinterface verwijderen.
De bedrading kan langs boven, links, rechts of onder worden geleid.
Verwijder een stuk uit de achterste behuizing zoals aangegeven op
de afbeelding:
a
c
a
Bedrading langs de bovenkant
b
Bedrading langs links
c
Bedrading langs de onderkant
Als u de bedrading langs de achterkant wilt laten lopen, moet u niks
verwijderen.
9.1.1
Gebruikersinterface monteren
1 Neem de schroeven en de pluggen uit de zak met accessoires.
2 Monteer de achterste behuizing op een vlak oppervlak.
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
8
b
INFORMATIE
Indien vereist (bijv. bij montage op een verzonken
elektrische installatiekast), monteer de achterste behuizing
door middel van de uitbreekopeningen.
OPMERKING
De muur moet volledig vlak zijn wanneer de achterste
behuizing op een verzonken elektrische installatiekast in
een muur wordt gemonteerd.
OPMERKING
Draai de montageschroeven niet te vast omdat anders de
achterste behuizing wordt vervormd.
9.2
Aansluiten van de elektrische
bedrading
OPMERKING
De aansluitbedrading is NIET meegeleverd.
OPMERKING
De bedrading moet weg van de bedrading van de
voedingskabels worden geleid om elektrische storingen
(externe interferentie) te voorkomen.
9.2.1
Elektrische bedrading aansluiten
Sluit de P1/P2-klemmen van de gebruikersinterface aan op de P1/
P2-klemmen van de binnenunit.
Langs de bovenkant
BRC1HHDAW + BRC1HHDAS + BRC1HHDAK
P1P2
Human Comfort Interface
4P534400-1B – 2021.06