Inhoudsopgave
Advertenties
Meskabel:
• Als het mes niet stopt wanneer de rijhendel van de meshendel wordt losgelaten, stelt u de
spanningsdraad als volgt in: draai de borgschroef los (A, figuur 19) en draai de moer los (B, figuur 19).
Probeer de machine opnieuw. Voer de aanpassing opnieuw uit als dat nodig is. Wanneer de
aanpassing is uitgevoerd, schroef de borgschroef (A, figuur 19) op de moer (B, figuur 19).
• Als het mes niet beweegd als u de meskoppelhendel indrukt, stelt u de spanningsdraad als volgt in:
draai de borgschroef los (A, figuur 19) en draai de moer los (B, figuur 19). Probeer de machine
opnieuw. Voer de aanpassing opnieuw uit als dat nodig is. Wanneer de aanpassing is uitgevoerd,
schroef de borgschroef (A, figuur 19) op de moer (B, figuur 19).
De rem op de messen is verbonden met de messenkoppelkabel. Controleer of de remmen op
de messen goed werken als u de messenkoppelkabel afsteld.
Stuurkabels:
Als het wiel niet is vergrendeld terwijl de koppelingshendel aan de zijkant is ingeschakeld, pas dan als
volgt aan:
• Draai de borgmoer los (E, figuren 18,19).
• Draai of de moeren vast of los (F, figuren 18,19).
• Probeer de machine.
• Stel opnieuw in als dit nodig is.
• Draai de borgmoer "E" op de stelmoeren "F"
Kabelafstemming van stuurbediening
Als de stuurbediening niet correct werkt, pas het als volgt aan:
- Als het moeilijk is om het stuur los te maken, draai dan de moer los (A, figuur 20, 21) en schroef
vervolgens de moer B om de kabelspanning te verhogen. Als de afstelling is uitgevoerd, draait u de
moer A opnieuw vast.
- Als het stuur niet goed vergrendeld, draai dan de moer (A, figuur 20, 21) los en draai dan moer A los
om de kabelspanning te verminderen. Als de afstelling is uitgevoerd, draait u de moer B opnieuw vast.
A
A
B
B
Figuur 20
Figuur 21
17
Advertenties
Inhoudsopgave
