DISC-programmering
Er zijn twee mogelijkheden om de geleidingen/objectblokken aan- en uit te programmeren:
1. Houd '+' of '-' ingedrukt en plaats het flikkerende cursorblok boven de geleiding die u wenst
aan- en uit te programmeren. Druk dan op Accept/Reject (Accept = object accepteren, signaal
gewenst; Reject = object niet gewenst, geen signaal). Druk op '+' of '-' en ga dan naar de
volgende geleiding; druk opnieuw op Accept/Reject om deze waarde aan of uit te
programmeren, enz. enz.
2. Zwaai het object dat geen signaal mag geven en niet gewenst is ongeveer 3-4 cm onder de
sonde. Wanneer de detector een signaal geeft (en wanneer de display de geleiding toont) moet
u onmiddellijk Accept/Reject indrukken. Het blok met de geleiding wordt geëlimineerd.
Elimineer, indien noodzakelijk, ook nog een halve geleiding voor en achter de niet gewenste
waarde.
Wanneer u enkel heel specifieke objecten wenst te zoeken/vinden moet u daarvan stalen
hebben die u onder de sonde heen en weer zwenkt. De geleidingen van deze objecten moet u
programmeren (of moet u geprogrammeerd laten). Alle andere moet u elimineren. Selecteer
van tevoren 'Custom' in het menu en neem dit programma daarheen.
8. Menu-instellingen
Druk op de toets 'Menu' (door opnieuw te drukken schakelt u altijd naar een ander segment
door). Veranderingen en/of 'Aan/Uit' kunt u met behulp van de toetsen '+' of '-' uitvoeren.
Sensitivity/diepte
De basisinstelling (75 %) is meestal voldoende. Bij storingen – akoestisch door korte,
onverklaarbare tonen en optisch door springende blokken in de display - geringere instelling
met de toets '-' selecteren. Een hoger vermogen kan met behulp van de toets '+' geselecteerd
worden.
Threshold/Fijne afstemming
Zodanig instellen dat altijd een zeer lage controletoon (aanspreekdrempel!) gehoord kan
worden.
Frequency/Zenderfrequentie
Heeft geen invloed op het zoekvermogen. Veranderen wanneer andere detectoren met
dezelfde frequentie of elektrische leidingen of atmosferische turbulenties akoestische of
optische storingen veroorzaken.
Volume/Geluidssterkte
Instelling van de geluidssterkte van het signaal. Bij gebruik van een koptelefoon geringer
instellen (gevaar op schokken).
Pagina 6 van 9