Bereik: mogelijk object
A
=
kleiner dan een munt
B
=
middelgrote munten en ringen, enz.
C
=
grote munten, grotere juwelen, fles- en bliksluitingen, enz.
D
=
grote riemgespen, juwelen; handwapens
E
=
groter dan D
Wanneer op het beeldscherm een zogenaamd 'Cone'-symbool
uit meerdere ovalen verschijnt betekent dat het volgende: het
object ligt zo diep of is zo klein dat de diepte en/of de grootte
niet geïdentificeerd kan worden.
In het midden van de display wordt met de 2-12+ de diepte van
het object wiens positie bepaald is in 'inch' (1 inch = 2,5 cm)
weergegeven.
Treasure Talk (TT) - Taalinformatie (in het Engels) krijgt u wanneer u de Treasure Talk via het
menu op de volgende wijze programmeert:
Off
- enkel wanneer de toets TT ingedrukt wordt
Menu
- bij veranderingen in het menuprogramma
Image
- zoals bij menu, en wanneer bij het zoeken informatie over de grootte en de diepte
van het object beschikbaar is.
Search
- constant
Nog enkele belangrijke aanwijzingen vooraleer u met de detector begint te werken: stel het
zoekvermogen (sensitivity) altijd slechts zo hoog in dat de detector geen vals alarm (meestal
veroorzaakt door de stoorfrequenties van elektrische installaties of ertsen diep in de grond)
geeft.
Graaf – onafhankelijk van het feit wat de detector aangeeft – de eerste 30 – 50 delen wiens
positie u bepaald heeft uit om zo veel mogelijk ervaringen te vergaren.
Begin uw zoekwerken buiten met 'Power an' en ofwel met de basisinstelling COINS ofwel met
het indrukken van ALL METAL. Nu bent u klaar voor de eerste zoektesten.
5. Batterijen
Onder de armsteun is de batterijhouder (met aansluiting voor de koptelefoon) aangebracht. Dit
vak kan afgetrokken en op de riem gedragen worden; daardoor wordt het toestel op zich lichter.
Om de batterij te vervangen moet het batterijvak een beetje uitgetrokken, beide kleppen naar
boven afgetrokken, de batterijhouder uitgenomen en de batterijen vervangen worden.
Werkvermogen: met alkaline batterijen, 8 x 1,5 V, ongeveer 20 uur; met oplaadbare Ni-Cad-
batterijen ongeveer 7 uur.
6. Zoektechniek
Draai de ronde zoeksonde langzaam op gelijke hoogte heen en weer boven de grond. Ga
daarbij langzaam voorwaarts. In het All-Metall-systeem (Auto-Track uit) of bij de bediening van
de sensortoets TI ontvangt u naast de informatie op de display nog andere akoestische
aanwijzingen over de grootte en de diepte van het object wiens positie bepaald is; korte
signalen betekenen 'een klein metalen deel'; lange signalen betekenen 'een groot metalen
deel'; zwakke signalen betekenen 'Het object ligt diep in het buitenste zoekbereik'; hoge
signalen betekenen 'Het object ligt in de grond'.
Pagina 4 van 9