5.1
Extra boringen
5.1.1 Extra boringen door de klant aanbrengen
Algemeen
▶
Voor het naderhand plaatsen van componenten zie hoofdstuk 5.2 en 5.3.
▶
Voor selectie en gebruikstemperatuur van de componenten en afdichtingen,
zie markering op het apparaat.
▶
Extra boringen door laseren of stansen (boren, gatsnijden) aanbrengen.
Veiligheid
▶
Apparaat zorgvuldig en uitsluitend met inachtneming van de veiligheidsinstructies
veranderen, zie hoofdstuk "Veiligheid".
▶
Bij ponsen en snijden er op letten dat de buitenvlakken van de behuizing vlak en
onbeschadigd (zonder scheuren) blijven.
▶
Metalen schroefkoppelingen in de aarding opnemen.
Ontwerp
▶
Effectieve oppervlakken bepalen:
Bij vlakke oppervlakken 10 mm veiligheidsafstand tot aangrenzende radii, afdichtingen,
andere componenten en hindernissen aanhouden.
▶
Let bij het bepalen van de boringen op de montage-afstanden, bijv. voor gereedschap,
contramoer.
▶
Specificaties van de fabrikant van de componenten aanhouden.
▶
Let op de positie van de basis-/montageplaat (botsing component met montageplaat).
▶
Positie van de interne messing- of flensplaat ten opzichte van de behuizing:
- De messing- of flensplaat moet binnen het venster van het bruikbare oppervlak van de
behuizing passen.
- Het boorplan moet overeenstemmen.
260616 / 815060300380
2023-02-01·BA00·III·nl·08
Productselectie, ontwerp en modificatie
Klemmenkast
Serie 8150/1,
Serie 8150/2
DE
EN
FR
IT
ES
RU
NL
DK
SE
FI
PT
GR
PL
CZ
SK
HU
SL
RO
BG
LV
LT
EE
CH
KR
CN
9