DE AFSTANDSBEDIENING GEBRUIKEN
Na het ontgrendelen
knippert het rode LED-
lampje en kan de sensor
met de afstandsbediening
aangepast worden.
Het is aan te raden een andere toegangscode te gebruiken voor iedere module om zo te voorkomen dat
de instellingen op alle modules tegelijkertijd gewijzigd worden. De toegangscode wordt aanbevolen voor
sensoren die dicht bij elkaar geïnstalleerd zijn.
EEN TOEGANGSCODE OPSLAAN
EEN TOEGANGSCODE VERWIJDEREN
Voer de bestaande code in
EÉN OF MEER INSTELLINGEN AANPASSEN
EEN WAARDE CONTROLEREN
HERSTELLEN NAAR FABRIEKSWAARDEN
Als het rode LED-lampje snel knippert na ontgrendeling,
moet u een toegangscode van 1 tot 4 cijfers invullen.
Als u de toegangscode niet weet, moet u de
stroomvoorziening onderbreken en weer inschakelen.
Gedurende 1 minuut heeft u dan, zonder code, toegang
tot de sensor.
x
x = aantal keer knipperen = waarde van instelling
Voorbeeld:
2x
1x
volledig
gedeeltelijk
resetten
resetten
Om een aanpassingssessie te
beëindigen, moet u de sensor
altijd vergrendelen.
= veldbreedte:
2,35 m
3x
1x
5x
9