PROBLEMEN OPLOSSEN
Controleer bij ongewenste reacties van het raam of het probleem wordt veroorzaakt door de sensor of de regelaar.
Activeer hiervoor de servicemodus (geen veiligheid) en start een open- of sluitcyclus. Controleer de sensor als het
raam open- en/of dichtgaat. Indien dit niet het geval is, controleer dan de regelaar of de bedrading.
Het RODE of GROENE
LED-LAMPJE is
sporadisch of permanent
AAN en het raam
reageert niet zoals
verwacht.
De sensor reageert niet
bij inschakelen van
stroom.
De sensor reageert niet
als de stroom is inge-
schakeld.
Het is niet mogelijk een
instelling aan te passen
met de afstandsbedien-
ing.
10
Ongewenste detecties
(door veranderingen in de
omgeving of externe omstan-
digheden)
Omgekeerde voeding
Defecte kabel
Defecte sensor
Testfout
De servicemodus is
geactiveerd.
De stand-by modus is geac-
tiveerd.
Foutieve positie DIP-schakelaar.
De sensor is beveiligd met een
wachtwoord.
1
Zorg ervoor dat de flexibele kabel geen detecties
veroorzaakt.
2
Zijn er veranderingen in de omgeving? Nieuwe
objecten?
3
Controleer of het laservenster vuil is en reinig het
met perslucht. Veeg het vervolgens voorzichtig
schoon met een vochtige en schone microvezel-
doek, indien nodig
(let op: het oppervlak van het laservenster is gevoelig)
4
Start een nieuw inleerproces.
5
Schakelaar DIP 2 naar uit (kritieke omgeving).
Controleer de bedrading (groen +, bruin -).
Vervang de kabel
Vervang de sensor
Controleer de spanning tussen de rode en blauwe
draad (testingang).
Houd de drukknop ten minste 3 seconden inge-
drukt
om de servicemodus af te sluiten.
Controleer de spanning tussen de rode en blauwe
draad (testingang).
Pas de benodigde DIP-schakelaars aan naar AAN.
Voer het juiste wachtwoord in. Als u de code hebt
vergeten, moet u de stroomvoorziening onder-
breken en weer inschakelen zodat u gedurende 1
minuut toegang kunt krijgen tot de sensor zonder
dat u een wachtwoord hoeft in te voeren.