Inhoudsopgave
Advertenties
5. Onderhoud
Het is aan te bevelen om het ademhalingsbeschermings-
systeem na elk gebruik te reinigen. Daarnaast moeten alle
onderdelen worden geïnspecteerd en beschadigde en ver-
sleten onderdelen worden vervangen.
• Reinig het luchttoestel altijd in een geventileerde
ruimte of in de open lucht. Pas op voor schadelijk stof
dat op onderdelen van het toestel is neergeslagen.
• Gebruik nooit brandbare reinigingsvloeistoffen of
schurende reinigingsmiddelen!
• Het buitenoppervlak van de motoraangedreven fil-
terunit kan worden gereinigd met een zachte doek
en een milde zeepoplossing. Het toestel moet volle-
dig droog zijn voordat het filter en deksel in elkaar
worden gezet.
• Zorg dat er geen water of zeepoplossing in de moto-
raangedreven filterunit terechtkomt!
• De luchtslang zelf kan, wanneer deze is losgekoppeld
van de motoraangedreven filterunit en het gelaats-
stuk, worden afgespoeld met schoon water.
6. Filters
Het luchttoestel is uitgerust met een hoogefficiënt deel-
tjesfilter van klasse P R SL.
Het filter moet regelmatig worden gecontroleerd en wan-
neer nodig worden vervangen. Zie paragraaf 4.2: "Lucht-
stroomtest".
Controleer of de vervaldatum van het nieuwe filter nog
niet is verstreken en of het ongebruikt en niet zichtbaar
beschadigd is.
Met het oog op de hygiëne bedraagt de maximale ge-
bruiksduur van een filter 180 uur. Deze mag niet worden
overschreden.
6.1 Filter verwisselen
Verwijder het filterdeksel:
1. Trek de sluitklemmen naar buiten en verwijder het
filterdeksel van het apparaat.
Opmerking! Gebruik nooit gereedschap om het
deksel van het filter te verwijderen.
Verwijder het filter:
7
2. Draai het filter en trek het uit de romp van het
toestel.
3. Verwijder al het stof met een zachte doek.
Plaats een nieuw filter:
4. Als u een voorfilter of een geurfilter gebruikt,
bevestig dit dan zo strak mogelijk om het nieuwe
filter heen en plak de uiteinden aan elkaar met het
plakband aan de uiteinden van het voorfilter of
geurfilter.
5. Druk het filter met dezelfde draaibeweging terug op
zijn plaats en druk voorzichtig totdat het goed op
de romp van het toestel past.
6. Plaats het filterdeksel terug. Vergeet niet om het
deksel aan beide kanten vast te klikken.
35
FA Flow Control
6
8
NETHERLANDS
7. Batterij
Opmerking! De batterij moet voor het eerste
gebruik worden opgeladen.
De oplader mag niet gebruikt worden voor andere doel-
einden dan waarvoor deze is gemaakt. Lees de volgende
voorzorgsmaatregelen:
• Laad de batterij niet op als er explosiegevaar bestaat.
• De batterijlader is uitsluitend bestemd voor gebruik
binnenshuis.
• De lader moet tegen vocht worden beschermd.
7.1 Verwijderen en plaatsen van de batterij
7.2 De batterij opladen
1. Controleer of de netspanning de juiste waarde
heeft.
2. Sluit de lader aan op het contact.
3. Verwijder de batterij uit het toestel en sluit deze aan
op de lader.
4. Zodra de batterij volledig is opgeladen, brandt er
een groen ledlampje.
5. Ontkoppel de lader van het stopcontact.
De lader regelt het oplaadproces automatisch. Nadat de
batterij is opgeladen, schakelt de lader over op onder-
houdsmodus en wordt de batterij volledig opgeladen ge-
houden. De oplaadtijd is 4 tot 5 uur.
Opmerking! Laat de lader niet in het stopcontact
wanneer deze niet wordt gebruikt!
8. Opslag
Alle onderdelen van het FA Flow Control-systeem moeten
bewaard worden in een omgeving met een temperatuur
van -10 – 55 °C en een relatieve luchtvochtigheid van 20 –
80%. Het product heeft een houdbaarheid van twee jaar,
mits het in de originele, ongeopende verpakking wordt
bewaard.
Opmerking! Batterijen lopen leeg, zelfs als ze niet
gebruikt worden. Voor langdurige opslag is het
daarom ten zeerste aan te raden om de batterijen
iedere drie maanden een uur lang op te laden.
9. Garantie
Er is een garantie van twaalf maanden op productiefouten
en een garantie van zes maanden op de batterijen.
De garantie gaat in op de aankoopdatum. De claim moet
ingediend worden bij de dealer. Garantieclaims moeten
worden vergezeld van de betaalde factuur of aankoopbon.
De claimprocedure kan alleen slagen als er geen wijzigin-
gen zijn aangebracht aan de motoraangedreven filterunit,
met inbegrip van de batterij en de lader.
Als de schade is veroorzaakt doordat een verstopt filter
niet op tijd is verwisseld of doordat een filter is gebruikt
dat door de klant is gereinigd, wordt de claim niet in be-
handeling genomen.
9
Advertenties
Inhoudsopgave
