5
Kalibratie
Let op! Als de meter wordt gekalibreerd is het bijbehorende kalibreerprotocol niet
meer geldig!
5.1 Automatische nulpunt- kalibratie
Om een automatische nulpunt- kalibratie door te voeren handelt u als volgt:
•
Apparaat inschakelen en in een CO- vrije omgeving plaatsen (schone buitenlucht of een
goed geventileerde ruimte).
•
Houdt 10 s de toets „Hold"-ingedrukt, totdat op het display „nuLL" verschijnt.
De nulpunt kalibratie wordt automatisch uitgevoerd en in de meter opgeslagen. Het apparaat
wisselt na een succesvolle kalibratie terug naar de weergave van de meetwaarde.
Als de nulpunt- kalibratie niet uitgevoerd werd (aanduiding nuLL blijft permanent stilstaan)
is er CO aanwezig in de omgevingslucht of de sensor is defect. Schakel dan de meter uit en
vervolgens weer in voor de normale weergave – Opmerking: de nulpunt- kalibratie werd niet
opgeslagen.
De bepaalde correctiewaarde kan in het kalibratiemenu onder de optie OFFS gecontroleerd
en aangepast worden.
5.2 Kalibratiemenu
Om de meter te kalibreren is er een apart menu beschikbaar. Om te kalibreren handelt u als
volgt:
• Schakel de meter uit
• Schakel de meter weer in
en houdt u tijdens de zelftest (
de eerste parameter "OFFS' verschijnt.
• Druk op de omhoog- of omlaag- toets, op het display verschijnt de actueel ingestelde
offsetwaarde.
• Met de toetsen omhoog/ omlaag stelt u de gewenste offsetwaarde in (max. in te stellen
waarde:
20 ppm)
• Bevestig de instelling met de on/off- toets: er verschijnt SCAL (stijging) op het display
• Druk op de omhoog- of omlaag- toets, op het display verschijnt de actueel ingestelde
stijging.
• Met de toetsen omhoog/ omlaag stelt u de gewenste stijging in (28,00 tot 62,00 nA/ppm)
• Bevestig de instelling met de on/off- toets: offset correctie en stijging worden opgeslagen,
het apparaat wordt opnieuw opgestart.
Let op: Als bij het invoeren langer dan 60 seconden geen toets aangeraakt wordt, zal
de configuratie afgebroken worden. Eventueel gemaakte wijzigingen worden niet
opgeslagen!
6
Nauwkeurigheid controleren /justeerservice
De meetnauwkeurigheid kan met testgassen en een passende toestroom- inrichting (extra
accessoires) gecontroleerd worden. Als de nauwkeurigheid niet meer aangehouden wordt,
stuur dan de meter op naar de fabrikant voor een afstelling.
) de Hold-toets ingedrukt, totdat op het display
8