H
ET PAPIER HEEFT IN EEN VOCHTIGE OMGEVING GELEGEN EN HEEFT DAARDOOR VOCHT
OPGENOMEN
•
Vervang het papier. Gebruik papier uit een nieuw pak.
•
Bewaar papier altijd in de originele verpakking en pak het pas uit als u het gaat gebruiken.
C
ONTROLEER HET PAPIER
Gebruik geen papier met een ruw of vezelig oppervlak.
C
ONTROLEER DE INSTELLING VOOR PAPIERSOORT
Zorg dat de instelling voor de papiersoort overeenkomt met het papier dat in de lade is geplaatst:
1
Controleer op het bedieningspaneel van de printer de instelling voor papiersoort in het menu Papier.
2
Geef de juiste instelling voor soort op voor u de taak verzendt voor afdrukken:
•
Windows: geef de soort op die is ingesteld in Printereigenschappen.
•
Macintosh: geef de soort op die is ingesteld in het dialoogvenster Druk af.
D
E TONERCARTRIDGE IS MOGELIJK BESCHADIGD
Vervang de cartridge.
Afdruk is te licht
Hieronder volgen mogelijke oplossingen. Probeer een of meer van de volgende oplossingen:
C
ONTROLEER DE INSTELLINGEN VOOR DONKERHEID
De instelling Tonerintensiteit is te laag, de instelling Helderheid is te laag of de instelling Contrast is te laag.
•
Wijzig deze instellingen via het menu Kwaliteit op het bedieningspaneel van de printer.
•
Windows: wijzig deze instellingen via Printereigenschappen.
•
Macintosh: wijzig deze instellingen via het dialoogvenster Druk af en de pop-upmenu's.
H
ET PAPIER HEEFT IN EEN VOCHTIGE OMGEVING GELEGEN EN HEEFT DAARDOOR VOCHT
OPGENOMEN
•
Vervang het papier. Gebruik papier uit een nieuw pak.
•
Bewaar papier altijd in de originele verpakking en pak het pas uit als u het gaat gebruiken.
Handleiding voor afdrukkwaliteit
,
HELDERHEID EN CONTRAST
Pagina 25 van 42