4.8
Afvalwateraansluiting en
veiligheidsoverloopslang
De slangen voor het afvalwater van de rege-
neratie en de veiligheidsoverloop moeten
beide zonder knikken naar de riolering
worden gelegd. Voor een vrije afvoer boven
de afvalwatergoot resp. het rioolputje dient
te worden gezorgd.
De afvalwaterslang
diameter mag niet hoger geplaatst worden
dan de stuurkop. De lengte van de slang
mag hoogstens 3 m bedragen. Het losse
einde van de slang aan de buisleiding of
dergelijke goed bevestigen met de bijge-
voegde plakband.
De veiligheidsoverloopslang met 19 mm
buitendiameter dient zonder knikken met
een permanente daling naar de riolering te
worden gelegd.
Indien de aansluiting voor de riolering hoger
ligt, kan het zoutreservoir met behulp van
een wandconsole (zie hoofdstuk "Toebe-
horen") dienovereenkomstig hoger worden
gemonteerd.
ATTENTIE
(zie hoofdstuk "Veiligheidsinstructies en
gevaren indien niet nagekomen")
Voor het afvalwater en de veiligheidsover-
loopslang moet een voldoende gedimensio-
neerde afvalwateraansluiting (bv. afvoer in de
grond) voorhanden zijn.
14
Installatie
met 10 mm buiten-
JUDO i-soft