VOORZICHTIG
Raak de luchtuitlaat NIET aan als de jaloezie in
•
beweging is. Vingers kunnen hierin verstrikt raken
of de eenheid kan defect raken.
Inspecteer de eenheid NIET zelf. Vraag een
•
erkende dealer om de inspectie uit te voeren.
Gebruik de airconditioning om beschadiging te
•
voorkomen niet voor bewaring (opslag van
voedsel, planten, dieren, kunstwerken, enz.).
Raak de verdampingsspoelen in de
•
binneneenheid NIET aan. De
verdampingsspoelen zijn scherp en kunnen
letsel veroorzaken.
Bedien de airconditioner NIET met natte
•
handen. Dit kan elektrische schokken
veroorzaken.
Plaats GEEN voorwerpen die beschadigd
•
kunnen raken door vocht onder de
binneneenheid. Er kan condensatie optreden bij
een relatieve luchtvochtigheid van 80%.
Stel warmteopwekkende apparatuur NIET bloot
•
aan koude lucht en plaats deze NIET onder de
binneneenheid. Dit kan een onvolledige
verbranding veroorzaken of ervoor zorgen dat de
eenheid vervormt vanwege de hitte.
Controleer de binneneenheid na lange perioden
•
van gebruik op schade. Als de binneneenheid
beschadigd is, kan deze vallen en letsel
veroorzaken.
Als de airconditioner wordt gebruikt in
•
combinatie met andere
verwarmingsapparatuur, dient u de ruimte
grondig te ventileren om zuurstoftekort te
voorkomen.
Klim NIET op de buiteneenheid en plaats GEEN
•
voorwerpen op de bovenzijde van de
buiteneenheid.
Laat de airconditioning NIET werken bij
•
gebruik van insectenspray. De chemicaliën
kunnen zich opstapelen in de eenheid en
kunnen personen die overgevoelig zijn voor
chemicaliën in gevaar brengen.
Laat kinderen NIET met de airconditioner
•
spelen.
Bedien de airconditioner NIET in een natte
•
ruimte (bijv. badkamer of wasruimte). Dit kan
elektrische schokken en schade aan het product
veroorzaken.
Dit apparaat mag worden bediend door kinderen
•
vanaf 8 jaar en personen met een fysieke,
zintuiglijke of mentale beperking of met gebrek
aan ervaring en kennis, indien op het gebruik
toezicht wordt gehouden of indien er instructies
worden gegeven aangaande het veilig gebruik
van het apparaat en deze personen de hieraan
gerelateerde gevaren begrijpen. Het apparaat is
geen kinderspeelgoed. Kinderen zonder toezicht
dienen dit apparaat niet te reinigen of te
onderhouden.
Het apparaat dient conform de landelijke
•
voorschriften voor bedrading te worden
geïnstalleerd.
De binneneenheid dient op 2,5 m hoogte te
•
worden geïnstalleerd.
Er dienen een meerpolig uitschakelingsapparaat
•
met ten minste 3 mm afstand tussen de polen en
een aardlekschakelaar geschikt voor een
stroomsterkte van meer dan 10 mA te worden
geïnstalleerd in de vaste bedrading, conform de
landelijke voorschriften.
5