96
Connectiviteit
audio- of videoapparaat
ander apparaat
Selecteer
Stoppen
3
Selecteer het apparaat waarmee u verbinding wilt maken.
4
Als voor het andere apparaat een koppeling is vereist voordat gegevens kunnen
worden verzonden, klinkt er een geluidssignaal en wordt u gevraagd een
wachtwoord op te geven. Dezelfde code moet in uw telefoon en het apparaat
worden opgegeven.
Wanneer de verbinding is gemaakt, verschijnt
Tip: Wanneer u naar apparaten zoekt, wordt voor sommige apparatuur alleen het
unieke adres (apparaatadres) getoond. Als u het unieke adres van uw telefoon wilt
zoeken, voert u in de kiesfunctie *#2820# in.
Apparaten koppelen
U kunt uw apparaat met een compatibel apparaat koppelen om de volgende
Bluetooth-verbindingen tussen de apparaten sneller te maken. Voordat u apparaten
koppelt, moet u een eigen code (1 tot 16 cijfers) maken en afspreken met de eigenaar
van het andere apparaat dat deze dezelfde code gebruikt. Apparaten zonder
gebruikersinterface hebben een in de fabriek ingestelde toegangscode. Het
wachtwoord wordt slechts eenmaal gebruikt.
Selecteer
Menu
1
Open het tabblad Gekoppelde apparaten.
2
Selecteer
Opties
vallen worden weergegeven.
3
Selecteer het apparaat.
4
Voer de toegangscode op beide apparaten in.
Met
wordt in de apparaatzoekweergave een gekoppeld apparaat aangeduid.
Na het koppelen met een accessoire verbinden
Selecteer het audioapparaat en selecteer in het pop-upmenu
audioapparaat. Sommige audioaccessoires worden na het koppelen automatisch
met uw apparaat verbonden.
Een apparaat als geautoriseerd instellen
Selecteer Geautoriseerd. Verbindingen tussen uw apparaat en het geautoriseerde
apparaat kunnen worden gemaakt zonder dat u het weet. Gebruik deze uitsluitend
voor uw eigen apparatuur, zoals uw compatibele headset of pc, of voor apparaten die
als u de zoekopdracht wilt onderbreken.
Instellingen
en
>
Nw gekoppeld
>
Gegevens worden
Connectiviteit
> Bluetooth.
apparaat. Apparaten die binnen het bereik
verzonden.
Verb. met