5 Vochtigheid buitenshuis
7 Sterkte van het ontvangen van het signaal
(buitensensor)
9 Windrichting
11 Windrichtingaanwijzer (voor de laatste 5
min.)
13 Windalarm ingeschakeld (HI)
15 Windsnelheidswaarde (mph, m/s, m/s, km/
h, knoop)
17 INDEX-display wisselt tussen 'voelt als' tem-
peratuur, gevoelstemperatuur, gevoelstem-
peratuur, warmte-index en dauwpunt
19 Instellen van de zomertijd (DST)
21 Alarm ingeschakeld
23 Weekday
25 Weergavewijziging: relatieve of absolute ba-
rometerdruk
27 Barometrische drukgeschiedenis (24 uur)
29 Neerslagalarm ingeschakeld (HI/LO)
31 Neerslaggeschiedenis (5 dagen)
8 Vóór gebruik
INSTRUCTIE
Vermijd verbindingsfouten!
Om verbindingsproblemen tussen de apparaten te voorkomen, moeten bij de ingebruikname de vol-
gende punten in acht worden genomen.
1. Plaats het basisstation (ontvanger) en de sensor (zender) zo dicht mogelijk bij elkaar.
2. Sluit de voedingseenheid aan op het basisstation en wacht tot de binnentemperatuur wordt weer-
gegeven.
3. Zorg voor de voeding van de sensor.
4. Instellen/bedienen van het basisstation en de sensor binnen het effectieve zendbereik.
5. Zorg ervoor dat het basisstation en de radiosensor op hetzelfde kanaal zijn ingesteld.
Verwijder bij het vervangen van de batterijen altijd de batterijen in zowel het basisstation als de sensor
en plaats deze in de juiste volgorde terug. Zo kan de radioverbinding weer tot stand komen. Als een
van de twee apparaten via een netaansluiting wordt bediend, moet bij het vervangen van de batterijen
ook de netaansluiting voor dit apparaat even worden losgekoppeld. Als bijvoorbeeld alleen de batterij-
en in de sensor worden vervangen, kan het signaal niet of niet meer correct worden ontvangen.
Opmerking: Het reële bereik is afhankelijk van de bouwmaterialen van de gebouwen en van de positie
van het basisstation en de buitensensor. Externe invloeden (verschillende radiozenders en andere
storingsbronnen) kunnen het mogelijke bereik sterk beperken. In dergelijke gevallen raden wij aan om
andere locaties te vinden voor zowel de basiseenheid als de buitensensor. Soms is het voldoende om
de sensor slechts enkele centimeters te verplaatsen!
9 Stroomvoorziening tot stand brengen
Basisstation
1. Steek de DC-stekker in de aansluiting van het basisstation.
8 / 24
6 Batterijniveau-indicator
8 Temperatuuralarm voor buitenshuis ingeschakeld
(HI/LO)
10 Windrichtingindicator
12 Windsnelheid
14 Windsnelheidswaarde: gemiddelde of laatste
windvlaag
16 Beaufort-schaal voor windkrachtclassificatie
18 Huidige tijd
20 Symbool voor het radiosignaal
22 Maanfasen
24 Datum
26 Barometerdruk (hPa, inHg of mmHg)
28 Barometrische drukwaarde geschiedenis
30 Hoeveelheid neerslag
32 Tijdbereik record indicator