1. Druk op de knop ALERT totdat het gewenste gebied is geselecteerd.
2. Druk op de UP-knop of DOWN-knop om de waarde te wijzigen.
3. Druk op de knop SET om te bevestigen en verder te gaan naar de volgende instelling.
HI/LO-waarschuwing inschakelen/uitschakelen
4. Druk op de knop ALERT totdat het gewenste gebied is geselecteerd.
5. Druk op de ALARM-knop, om het alarm te activeren.
6. Druk op de knop SET om te bevestigen en verder te gaan naar de volgende instelling.
Opmerking:
7. Het toestel zal automatisch de instellingsmodus verlaten na 5 seconden als er geen toets wordt in-
gedrukt.
8. Wanneer ALERT alarm is ingeschakeld, zal het gebied en het type alarm dat het alarm heeft geac-
tiveerd knipperen en zal het alarm gedurende 2 minuten klinken.
9. Druk op de SNOOZE/LIGHT-knop wanneer het alarm klinkt om het alarm te onderbreken. Het
alarm zal dan na 2 minuten opnieuw starten.
Gegevensverwijdering
10. Druk en houd de toets HISTORY gedurende ca. 3 seconden ingedrukt.
11. Druk op de knop UP of DOWN om YES of NO te kiezen.
12. Druk op de HISTORY knop om te bevestigen. Dit zal de eerder geregistreerde regenvalgegevens
wissen.
22 Klimaatindicatie (binnen)
1
1 te koud
3 te warm
De clima indicatie is een picturale indicatie op basis van de temperatuur en de vochtigheid van de bin-
nenlucht in een poging om het comfortniveau te bepalen.
Opmerking:
• De comfortaanduiding kan variëren bij dezelfde temperatuur, afhankelijk van de luchtvochtigheid.
• Er is geen comfortindicatie wanneer de temperatuur onder 0° C (32° F) of boven 60° C (140° F)
ligt
2
2 gerieflijk
3
13 / 24