3 ALTRAD ROTAX RUIMTESTEIGERS
3.1 ALGEMEEN
De details in hoofdstukken 2.2 tot 2.4.3 zijn toepasbaar
bij de configuratie als gevelsteiger. Omdat
ruimtesteigers normaal gezien niet voor een gevel staan
is er geen horizontale steun door een standaard
verankeringspatroon. Indien er een mogelijkheid tot
verankeren bestaat dient de steiger aan de
bouwconstructie of nabijgelegen structuren bevestigd te
worden (dit geldt vooral in de industrie). Afhankelijk van
de grootte van de basis kan een binnensteiger volledig
vrij staan. In alle gevallen is het noodzakelijk dat er
verticale diagonalen in twee richtingen geplaatst worden
om de steiger te stabiliseren (figuur 26). Onder bepaalde
omstandigheden dienen er ook horizontale diagonalen
gemonteerd te worden. Bij het ontwerp in figuur 26
zorgen de vloeren voor de stabiliteit van de steiger.
De beproefde standaardopstelling (zie hoofdstuk 2.1) is
geldig voor het type gevelsteiger zoals in goedkeuring
B/02/042/16, en in deze montage- en
gebruikshandleiding, figuren 23 tot 25. De
standaardopstelling is echter niet toepasbaar op
binnensteigers. Hiervoor is het noodzakelijk om voor
iedere steiger de stabiliteit te controleren/berekenen
(zie ook hoofdstuk 2.1, paragaaf 5).
B/02/042/16
ALTRAD ROTAX GEBRUIKSAANWIJZING
Eenvoudige statistische berekeningen kunnen uitgevoerd
worden met behulp van de details in Hoofdstuk 4. Bij
grotere en meer complexe steigers, dient er rekening
gehouden te worden met de waarden in goedkeuring
B/02/042/16 hoofdstuk 3.
De werkvloeren van het Altrad Rotax modulair systeem
kunnen vervaardigd worden met systeemvloeren van de
gevelsteiger type Quadro 70 of met systeemvloeren
met buisoplegging. Verder is montage met systeemvrije
stalen of houten horizontale vloeren mogelijk. De
verschillende mogelijke opstellingen met de
gerelateerde onderdelen worden in detail beschreven in
de volgende hoofdstukken.
FIGUUR 26:
Ruimtesteiger als
oppervlaktesteiger - binnen (zonder opgang).
43