Installatie- en
bedieningsinstructies
TP.09/04/09.NL
Uitgave 2009 / NL / BE
Flexcon® M-K/C INSTALLATIE- EN BEDIENINGSINSTRUCTIES
5
Montage
5.1
Voorbereide werkzaamheden voor het installeren
N
N
N
5.2
Omgevingsvoorwaarden
+5 °C..+40 °C
< 80 %
> 0,5 m
5.3
Plaatsen van de automaat
1
3
Informeer de test- of certificatie-instanties voordat de
automaat wordt geïnstalleerd. Volg de instructies van
deze instanties op.
Ook:
•
Bevestig de automaat niet op de vloer.
•
Giet geen beton of gips over de voeten van de
automaat.
•
Zorg ervoor dat lasmateriaal niet in of in aanraking
komt met onderdelen van de automaat.
Controleer of de vloer het maximum gewicht
van de automaat inclusief het kan dragen.
Zie hoofdstuk 10.
Zorg ervoor
•
dat de automaat wordt geïnstalleerd in een
•
gesloten, droge en vorstvrije ruimte en houd de
> 1 m
•
aangegeven minimum afstanden aan;
•
dat de atmosfeer geen elektrisch geleidende
•
gassen of hoge concentraties stof en damp bevat.
•
Kans op explosie bij ontbrandbare gassen;
•
dat de ruimte schoon en goed verlicht is.
- Relatieve luchtvochtigheid: niet condenserend.
- Vrij van trillingen.
- Vrij van hitte- en zonnestraling.
•
dat op de automaat geen bijkomende lasten
inwerken.
B
2
4
A
8