Een belangrijk aspect bij de toepassing van reinigingsmiddelen voor batterijen is de geschiktheid voor
afspoelen. De meeste hydroxiden neigen ertoe zich aan oppervlakken vast te hechten tenzij voldoende
bevochtigingsmiddelen aan de formule zijn toegevoegd om de oppervlaktespanning van de oplossing te
verlagen. Als de oplossing te weinig bevochtigingsmiddelen bevat en niet afdoende van het oppervlak gespoeld
wordt, kan het residumateriaal zich op het grensvlak tussen vinnen en buizen vastzetten en doorgaan met het
aantasten van de vinnen.
BAC adviseert het gebruik van meer geavanceerde reinigingsmiddelen die als surfactantia bekend zijn. Deze
middelen verlagen de oppervlaktespanning en zijn in staat in de vuildeeltjes door te dringen, ze te emulsifiëren
en op te lossen zonder de basislegering te beïnvloeden. Surfactante systemen zijn veilig voor de
batterijlegering; ze zijn gemakkelijk weg te spoelen en beter dan alkalische reinigingsmiddelen in staat aanslag
los te maken en te verwijderen. Bovendien zijn ze milieuneutraal, veilig in gebruik en gemakkelijk aan te
brengen en af te spoelen. Surfactante systemen zijn vrijwel altijd niet-corrosief.
DRUPPELVANGERS
Voer de volgende inspectieprocedure uit:
1. Controleer visueel zones met overmatig druppelverlies terwijl de ventilator(en) en de pomp(en) ingeschakeld
zijn.
2. Schakel de ventilator(en) en de pomp(en) uit en controleer druppelvangers visueel op
-
obstakels en verstoppingen
-
beschadiging
-
zuiverheid
-
goede passing
3. Als u een van de bovengenoemde problemen hebt opgemerkt, moet u de ventilator(en) en de pomp(en)
stoppen en de druppelvangers verwijderen.
4. Ontdoe de druppelvangers van vaste deeltjes en vreemde materialen. Verwijder vuil en verstoppingen.
Vervang beschadigde en ondoeltreffende druppelvangers.
5. Monteer de druppelvangers en zorg ervoor dat ze nauwsluitend en zonder spleten passen.
WATERVERDELING
Voer de volgende inspectieprocedure uit:
1. Schakel de ventilator(en) uit maar laat de pomp(en) ingeschakeld.
2. Controleer en regel indien nodig de sproeidruk. (geldt niet voor batterijmodellen met standaardpompen)
3. Verwijder de druppelvangers.
4. Controleer of de sproeiers het in de onderstaande afbeelding(en) weergegeven sproeipatroon produceren.
5. Schakel de pomp(en) uit en verwijder vuil en afval uit het waterverdelingsysteem. Zorg ervoor dat de
sproeibuizen en sproeiers juist gemonteerd en zuiver zijn. Vervang beschadigde en ontbrekende sproeiers
6. Monteer de druppelvangers en zorg ervoor dat ze nauwsluitend en zonder spleten passen.
7. Start de ventilator(en) en pomp(en).
5 Onderhoudsprocedure
5 Onderhoudsprocedure
WAARSCHUWING
Stap niet op de druppelvangers.
W W W . B A L T I M O R E A I R C O I L . E U
29