Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

BAC VFL Series Gebruiksaanwijzing pagina 17

Inhoudsopgave

Advertenties

Neem de nodige voorzorgsmaatregelen om te vermijden dat het circulerende water aanvriest wanneer het
systeem onder belasting werkt. De meest « kritieke » toestand treedt op bij werking beneden het vriespunt
onder een lichte belasting. De beste manier om circulerend water te beschermen is een capaciteitsregeling die
de luchtstroom aanpast om de temperatuur van circulerend water minstens boven het vriespunt te handhaven.
Deze minimumtemperatuur bedraagt doorgaans 5°C, maar voor bepaalde toepassingen zijn ook lagere
temperaturen aanvaardbaar. (Vraag advies aan uw lokale BAC Balticare-vertegenwoordiger.)dcgsdfg
De gewenste methode om de koelcapaciteit af te stemmen op de belasting en de weersomstandigheden is het
aanpassen van de luchtstroming door het gebruik van modulerende regeling (aandrijving met variabel
toerental).
Als alternatief kunnen ventilatormotoren met meerdere snelheden of ventilator stappenregeling worden
toegepast, maar ventilatoren die op een gemeenschappelijk warmtewisselingsgedeelte werken, moeten altijd
gelijktijdig worden gebruikt.
Het afwisselend in- en uitschakelen van de sproeipomp als middel om de capaciteit van het toestel te regelen
wordt afgeraden.
Wanneer tweetoerenmotoren worden gebruikt voor de capaciteitsregeling, is een vertraging van minstens 15
seconden vereist wanneer van hoge naar lage snelheid wordt geschakeld. Een plotse omschakeling kan het
aandrijfsysteem of de motor beschadigen.
Wanneer het toestel met frequentieregelaars werkt boven normale frequentie dient u bedacht te zijn op
mogelijke overbelasting van de motor en mechanische schade.
Het is aan te bevelen sinusfilters op de VFD te voorzien om lagerschade aan de ventilatormotoren te
voorkomen.
Raadpleeg de gegevens op het typeplaatje van de ventilatormotor wanneer een VFD wordt
De sproeipompen moeten uitgeschakeld worden wanneer de ventilator(en) uitgeschakeld is/zijn. De werking
met pomp maar zonder ventilator(en) levert geen noemenswaardige koelcapaciteit maar kan leiden tot nu en
dan voorkomend waterspatverlies bij de luchtinlaat. Daarom moet deze werkingswijze vermeden worden. De
sproeipomp moet uitgeschakeld worden met een tijdsvertraging van maximaal 30 seconden nadat de ventilator
(en) uitgeschakeld is/zijn en moet maximaal 30 seconden vóór de verwachte start van de ventilator(en)
geactiveerd worden.
Een laagwaterniveaubeveiliging voor pompbescherming heeft tot doel de pomp te beschermen tegen
drooglopen wanneer er problemen zijn met het suppletiewater of bij extreem waterverlies. De status van het
alarm kan worden gecontroleerd voor de pomp wordt opgestart, maar tijdens de eerste minuut na het opstarten
mag hiermee geen rekening worden gehouden, want een activering van de pomp kan tot een daling van het
waterpeil leiden, waardoor het alarm geactiveerd zou worden. Een normale suppletie stabiliseert het
waterniveau na korte tijd.
4 Winterbedrijf
4 Winterbedrijf
WAARSCHUWING
geprogrammeerd.
W W W . B A L T I M O R E A I R C O I L . E U
17

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave