Cod. Alarm
Bescherming tegen ijsvorming van het
EE
watercircuit.
EF
Onvoldoende waterdebiet.
EG
Omgevingssensor.
F1
Bescherming van spanning.
F2
Module IPM.
F3
Abnormale stop van de compressor.
F4
Sensor van de radiator van de module IPM buiten.
F5
Stroomsensor van de eenheid buiten.
F6
Module IPM of besturing van de module.
F7
De compressor start niet.
F8
Te hoge stroom in de eenheid buiten.
F9
Temperatuursensor compressoruitgang.
FA
Oververhitting van de module buiten.
FB/E8
Oververhitting van de warmtewisselaar buiten.
P1
Bescherming tegen hoge druk.
Beschrijving
De anti-ijsvormingsfunctie is geactiveerd: De elektrische
voeding van de warmtepomp afsluiten en opnieuw
aansluiten. Als het alarm aan blijft houden of zich herhaalt,
contact opnemen met de dichtstbijzijnde erkende technische
dienst.
De waterdebietmeter van de machine detecteert een
waterdebiet dat lager is dan dat wat is toegestaan voor ieder
model warmtepomp (zie"Hydraulische installatie"). De
elektrische voeding van de warmtepomp afsluiten en
opnieuw aansluiten. Als het alarm aan blijft houden of zich
herhaalt, contact opnemen met de dichtstbijzijnde erkende
technische dienst.
Circuit geopend of kortsluiting van de omgevingssensor.
Neem voor het vervangen contact op met de dichtstbijzijnde
erkende technische dienst.
Het voltage van de elektriciteitsvoorziening is te hoog, te laag
of instabiel, de warmtepomp zal zich herstellen wanneer het
voltage binnen het bereik van toelaatbare waardes de
warmtepomp valt (165 ~ 265 Vca)
Fout in de module IPM of incorrecte aansluiting van kabels.
De elektrische voeding van de warmtepomp afsluiten en
opnieuw aansluiten. Als het alarm aan blijft houden of zich
herhaalt, contact opnemen met de dichtstbijzijnde erkende
technische dienst.
De compressor stopt op abnormale wijze. Neem contact op
met de dichtstbijzijnde erkende technische dienst.
Circuit geopend of kortsluiting van de temperatuursensor.
Neem voor het vervangen contact op met de dichtstbijzijnde
erkende technische dienst.
Storing van de interne ampèremeter van de machine of dat
de voedingskabel hem niet kruist. Neem voor de reparatie
contact op met de dichtstbijzijnde erkende technische dienst.
De communicatie is niet goed of er is een storing in de
module IPM. Neem voor de reparatie contact op met de
dichtstbijzijnde erkende technische dienst.
De compressor kan niet correct starten. Neem contact op met
de dichtstbijzijnde erkende technische dienst.
De elektrische stroom van de compressor is te hoog. Neem
contact op met de dichtstbijzijnde erkende technische dienst.
Circuit geopend of kortsluiting van de temperatuursensor.
Neem voor het vervangen contact op met de dichtstbijzijnde
erkende technische dienst.
De temperatuur van de module IPM is te hoog of de stroom
van de compressor is te hoog. Neem contact op met de
dichtstbijzijnde erkende technische dienst.
De uitwisseling van warmte buiten is niet voldoende. Neem
contact op met de dichtstbijzijnde erkende technische dienst
voor een algehele revisie van de warmtepomp.
De hoge-drukschakelaar is geactiveerd. De elektrische
voeding van de warmtepomp afsluiten en opnieuw
55