Model aandrijving
Het verdient aanbeveling het toestel dagelijks te controleren op zichtbare olielekken, abnormaal geluid en
overmatige trillingen. Als u iets abnormaals vaststelt, moet u het toestel buiten bedrijf stellen en de oorzaak
opsporen en verhelpen.
Voer periodieke inspecties uit om na te gaan of alle systeemonderdelen juist zijn uitgelijnd en of alle
bouten en externe bevestigingsmiddelen stevig vastzitten.
Wanneer het toestel buiten gebruik wordt gesteld, moet u bijzondere voorzorgsmaatregelen nemen.
Wanneer inwendige onderdelen niet permanent in smeermiddel zijn ondergedompeld zoals tijdens de werking,
ontstaat gevaar voor corrosie van de tandwielaandrijving. Laat de aandrijving circa vier uur na het stilleggen
afkoelen om een optimaal resultaat te bereiken. Zet vervolgens de ventilator aan en laat die circa vijf minuten
draaien. Hierdoor wordt een laag koelolie op de inwendige onderdelen van de aandrijving aangebracht. Laat
vervolgens de ventilator eenmaal per week vijf minuten draaien tijdens de volledige stilstandsperiode om te
zorgen dat er een olielaag blijft hangen op de inwendige onderdelen van de tandwielaandrijving.
Bij tussentijds stilleggen verdient het aanbeveling het aandrijfsysteem volledig met olie te vullen.
Gebruik de ontluchtingsopening om olie bij te vullen. Breng een dekzeil of andere bescherming aan
over het aandrijfsysteem.
Laat overtollige olie weglopen alvorens de tandwielaandrijving opnieuw in gebruik te nemen.
Als u de bovenstaande richtlijnen stipt opvolgt, zal elke BAC-tandwielaandrijving jarenlang meegaan.
Reinigingsprocedures
MECHANISCHE REINIGING
Door uw verdampingskoelapparatuur (en bijbehorend systeem) schoon te houden, garandeert u optimale
prestaties en voorkomt u wildgroei van bacteriën. Hieronder worden de aanbevolen onderhoudsprocedures
nader toegelicht:
1. Koppel de ventilator- en pompmotor(en) los en sluit de suppletiewatertoevoer af.
2. Verwijder de inlaatschermen en de druppelvangers en laat het systeem leeglopen. Verwijder de filter van het
waterbekken niet.
3. Gebruik een zachte borstel en indien nodig zeepwater om stof, vuil e.d. van de buitenkant en ventilator(en)
te verwijderen.
4. Maak de binnenkant schoon met (zeep)water en een zachte borstel. Gebruik zo nodig een
hogedrukwaterstraal.
5. Verwijder onzuiverheden, vuil e.d. van het waterverdeelsysteem en maak de sproeiers schoon wanneer ze
verstopt zijn. Verwijder zo nodig de sproeier en rubberdichting om die schoon te maken.
6. Verwijder puin van warmtewisselaarssectie (batterij).
5 Onderhoudsprocedures
5 Onderhoudsprocedures
135
155
175
Olie-inhoud bij normaal bedrijf
WAARSCHUWING
Inhoud in liter
11
21
21
W W W . B A L T I M O R E A I R C O I L . E U
37