Door op de RIGHT- of LEFT-toets te drukken gaat u naar de volgen-
de of vorige parameter (de RIGHT-toets om naar de volgende pa-
rameter te gaan en de LEFT-toets om terug te gaan naar de vorige
parameter). Door op de UP- of DOWN-toets te drukken kunt u een
andere instelling voor de huidige getoonde parameter selecteren.
Zodra u de gewenste nieuwe instelling voor een parameter hebt
geselecteerd, drukt u op de ENTER-toets om de nieuwe instelling
op te slaan (daadwerkelijk te wijzigen). Als u klaar bent met het
wijzigen van de instellingen van een of meer parameters, drukt u
weer op MENU om het SETUP-menu te verlaten. U kunt ook altijd op
MENU drukken als u de wijziging van een parameterinstelling wilt
annuleren nadat u een nieuwe instelling hebt geselecteerd (maar
nog niet op OK hebt gedrukt). Nadat u de parameters volgens uw
voorkeuren hebt ingesteld, moet u de schakelaar op ON zetten
om daadwerkelijk foto's of video's te gaan maken. Er worden geen
beelden genomen als de schakelaar in de SETUP-stand blijft staan
(tenzij u op de RIGHT/Shot-toets drukt na het verlaten van het
menu)- de camera schakelt zelfs automatisch uit nadat er een paar
minuten lang niet op is gedrukt.
Display Parameter instellingen
De instellingen voor elke parameter worden weergegeven op het
display van uw Core Wildcamera. Er wordt slechts één instelling
tegelijk weergegeven, te beginnen met de huidige instelling voor de
parameter wanneer deze voor het eerst wordt geselecteerd (pag.
13, Afb. 4a). Om de instelling te wijzigen, gebruikt u de UP/DOWN-
toetsen om de gewenste nieuwe instelling weer te geven (Afb. 4b).
Druk vervolgens op ENTER voor "Execute" (om de huidige wijziging
van deze instelling uit te voeren). Als u wilt bevestigen dat deze
instelling nu de huidige instelling is, druk dan op de RIGHT-toets om
naar de volgende parameter te gaan en druk vervolgens op LEFT
om terug te gaan naar de vorige parameter. U moet nu de parame-
terinstelling zien die u zojuist hebt uitgevoerd.
12