Helpgids
Digitale camera met verwisselbare lens
ILME-FX3
versie 2 of hoger
Intervalopn.funct.
U kunt automatisch een serie stilstaande beelden opnemen met het opname-interval en het aantal opnamen dat u van
tevoren hebt ingesteld (Intervalopname). U kunt daarna een time-lapse filmpje met bewegende beelden maken van de
stilstaande beelden die zijn opgenomen door de intervalopname met behulp van het computersoftwareprogramma
Imaging Edge Desktop (Viewer). U kunt geen filmpje met bewegende beelden maken van de stilstaande beelden op de
camera.
Voor meer informatie over een time-lapse filmpje, raadpleegt u de ondersteuningspagina van Imaging Edge Desktop.
https://www.sony.net/disoft/help/
MENU →
(Opname) → [Transportfunctie] → [Intervalopn.funct.] → [Intervalopname] → [Aan].
1
MENU →
(Opname) → [Transportfunctie] → [Intervalopn.funct.] → selecteer een onderdeel dat u wilt
2
instellen, en selecteer daarna de gewenste instelling.
Druk op de ontspanknop.
3
Nadat de tijdsduur die is ingesteld voor [Begintijd opname] is verstreken, begint het opnemen.
Wanneer het aantal opnamen dat is ingesteld voor [Aantal opnamen] is gemaakt, keert de camera terug naar
het stand-byscherm voor intervalopname.
Menu-onderdelen
Intervalopname:
Stelt in of intervalopname moet worden uitgevoerd. ([Uit]/[Aan])
Begintijd opname:
Stelt de tijdsduur in vanaf het moment waarop u op de ontspanknop drukt tot het moment waarop de intervalopname
begint. (tussen 1 seconde en 99 minuten en 59 seconden)
Opname-interval:
Stelt het opname-interval in (tijdsduur vanaf het moment waarop één belichting begint tot het moment waarop de
belichting voor de volgende opname begint). (tussen 1 seconde en 60 seconden)
Aantal opnamen:
Stelt het aantal opnamen in voor de intervalopname. (1 opname tot 9 999 opnamen)
Gevoeligh. AE-volg.:
Stelt de gevoeligheid van het volgen in van de automatische belichting ten aanzien van veranderingen in de luminantie
tijdens de intervalopname. Als u [Laag] selecteert, zullen de veranderingen in de belichting tijdens de intervalopname
vloeiender verlopen. ([Hoog]/[Gemiddeld]/[Laag])
Sluitertype in interv.:
Stelt het type sluiter in tijdens de intervalopname. ([Mechan. sluiter]/[Elektron. sluiter])
Opn.-intervalvoork.:
Stelt in of prioriteit moet worden gegeven aan het opname-interval wanneer de belichtingsfunctie [Autom. progr.] of
[Diafragmavoork.] is en de sluitertijd langer wordt dan de tijd die is ingesteld voor [Opname-interval]. ([Uit]/[Aan])
236