•
Werk systematisch, heen en weer, dwars over het gebied
en bestrijk bij elke slag een gebied van ca. 4-5 m. Dan
wordt het volle bereik van de machine naar beide kanten
benut en de gebruiker krijgt een makkelijk en afwisselend
terrein om in te werken.
•
De lengte van het pad moet circa 75 m bedragen.
Verplaats de brandstofvoorraad al naargelang het werk
vordert.
•
Op hellend terrein moet u de paden loodrecht ten opzichte
van de helling laten lopen. Het is veel makkelijker om
dwars over een helling te lopen dan op en neer.
•
De paden moeten zo lopen dat men niet over sloten of
andere hindernissen in het terrein hoeft te klimmen. Pas
de paden ook aan de windomstandigheden aan zodat de
gevelde stammen in het reeds gemaaide gedeelte van het
terrein vallen.
Gras maaien met grasmaaiblad
•
Grasmaaibladen en grasmessen mogen niet gebruikt
worden bij houtachtige stammen.
•
Voor alle soorten hoog of sterk gras wordt een
grasmaaiblad gebruikt.
•
Het gras wordt neergehaald met pendelende bewegingen
naar de zijkanten, waarbij de beweging van rechts naar
links het maaimoment is en de beweging van links naar
rechts de retourbeweging. Laat de linkerkant van het blad
werken (tussen 8 en 12 uur).
•
Indien het blad tijdens het gras maaien een ietsje schuin
naar links wordt gehouden, wordt het gras in een streng
gelegd, hetgeen het verzamelen makkelijker maakt bijv.
bij harken.
ARBEIDSTECHNIEK
•
•
•
•
Gras trimmen met trimmerkop
Trimmen
•
•
•
Schoonschrapen
•
•
•
Probeer om ritmisch te werken. Sta stevig met uw voeten
uit elkaar. Beweeg na de retourbeweging naar voren en
sta vervolgens weer stevig stil.
Laat de steunkop licht op de grond rusten. Deze is
speciaal bedoeld om te voorkomen dat het blad in de
grond snijdt.
Verklein het risico dat het materiaal rond het blad wordt
gewonden door de volgende regels op te volgen:
1 Werk altijd met vol gas.
2 Vermijd tijdens de retourbeweging het pasgemaaide
materiaal.
Schakel de motor uit, maak het draagstel los en zet de
machine op de grond voordat u het gemaaide materiaal
verzamelt.
Hou de trimmerkop vlak boven de grond en hoe hem
schuin. Het werk wordt gedaan door het uiteinde van de
draad. Laat de draad in zijn eigen tempo werken. Duw de
draad nooit in het materiaal dat u wilt maaien.
De draad verwijdert zonder problemen gras en onkruid
naast muren, omheiningen, bomen en bloemperken,
maar kan ook het tere schors van bomen en struiken en
de paaltjes van omheiningen beschadigen.
Verminder het risico van beschadiging van gewassen
door de draad in te korten tot 10-12 cm en het
moetertoerental te verminderen.
Met de schraaptechniek kan men alle ongewenste
begroeiing verwijderen. Hou de trimmerkop vlak boven de
grond en een ietsje scheef. Laat het uiteinde van de draad
tegen de grond slaan naast bomen, palen, standbeelden
e.d. N.B.! Deze techniek veroorzaakt grotere slijtage van
de draad.
De draad verslijt vlugger en moet vaker aangevoerd
worden wanneer men tegen stenen, bakstenen, beton,
metalen omheiningen enz. werkt dan wanneer men in
contact komt met bomen en houten omheiningen.
Bij het trimmen en schoonschrapen mag u niet vol gas
geven zodat de draad langer meegaat en de trimmerkop
minder slijt.
– 21
Dutch