Controle voor het starten
WAARSCHUWING! Wanneer de motor wordt
!
gestart met de chokehendel in de choke- of
startgasstand begint de snijuitrusting direct
te draaien.
•
Start de machine nooit binnenshuis. Vergeet niet dat het
gevaarlijk is om de uitlaatgassen van de motor in te
ademen.
•
Controleer de omgeving en vergewis u ervan dat er geen
risico bestaat dat mensen of dieren in contact komen met
de snijuitrusting.
•
Plaats de machine op de grond, let erop dat de
snijuitrusting geen takken of stenen kan raken. Druk het
machinelichaam met uw linkerhand tegen de grond (LET
OP! Niet met uw voet). Pak vervolgens de starthendel met
uw rechterhand beet en trek aan het koord.
Om veiligheidsredenen moet u de volgende aanbevelingen
volgen!
•
Controleer het blad op barsten bij het centergat en bij de
tandbodems. De barsten ontstaan meestal doordat er
tijdens het vijlen scherpe hoeken ontstaan zijn in de
tandbodems of doordat men het blad gebruikt heeft met
botte tanden. Als het blad barsten vertoont, moet het
onmiddellijk vervangen worden.
•
Controleer de steunflens op barsten die het gevolg
kunnen zijn van materiaalmoeheid of te hard aanhalen.
De steunflens moet vervangen worden als hij barsten
vertoont.
•
Let erop dat de borgmoer zijn borgkracht niet verliest. De
borging van de moer moet een borgmoment van ten
minste 1,5 Nm hebben. Het aanhaalmoment van de
borgmoer moet 35-50 Nm zijn.
18 –
Dutch
STARTEN EN STOPPEN
•
Controleer de bladbeschermkap op beschadigingen en
barsten. Vervang de bladbeschermkap indien deze
terugslag te verduren heeft gehad of barsten vertoont.
•
Controleer de trimmerkop en de trimmerbeschermkap op
beschadigingen en barsten. Vervang de trimmerkop of de
trimmerbeschermkap indien deze terugslag te verduren
hebben gehad of barsten vertonen.
•
Gebruik de machine nooit zonder beschermkap of een
defecte beschermkap.
Starten en stoppen
WAARSCHUWING! Start de machine nooit
!
voor het complete koppelingdeksel met steel
gemonteerd zijn, anders kan de koppeling
losraken en persoonlijke verwondingen
veroorzaken.
Verwijder de machine steeds van de
tankplaats, voor u de motorzaag start. Plaats
de machine op een vaste ondergrond. Let
erop dat de snijuitrusting geen voorwerp kan
raken.
Zorg ervoor dat zich geen onbevoegden
binnen het werkgebied bevinden, anders
bestaat er risico voor ernstige
verwondingen. De veiligheidsafstand
bedraagt 15 meter.