●
Hou de loopband steeds schoon en droog.
●
Zorg ervoor dat het stroomsnoer voldoende loshangt en niet geklemd zit
onder de loopband bij niveauveranderingen.
●
Doe voor elke training een opwarming van 5 tot 10 minuten aerobe activiteit,
gevolgd door stretching. Vermijd overmatig trainen, u moet nog kunnen
praten tijdens het trainen. Zorg na de training voor een afkoeling met
langzaam wandelen en stretchen.
●
De veiligheidsklem moet op de taille bevestigd worden vooraleer u begint te
trainen. Een snoer verbindt de veiligheidsklem met de rode STOP-toets op de
console. Indien een gebruiker moeilijkheden ondervindt, kan hij aan het snoer
trekken om de loopband te stoppen. Anders kunnen er ernstige letsels
ontstaan als u zou vallen tijdens het trainen.
●
Wees voorzichtig bij het op- en afstappen van de loopband. Gebruik de
handgreep wanneer mogelijk. Plaats uw voeten stevig op het rechter en linker
zijvlak alvorens de loopband begint te bewegingen (voor het trainen). Sta
nooit op de loopband wanneer u deze opstart. Door een plotse start kunt u
uw evenwicht verliezen. Stap op de loopband wanneer de snelheid ongeveer
1,5 km/u is of minder.
●
Test regelmatig de noodstop door aan het veiligheidssnoer te trekken en na te
gaan of de loopband volledig stilstaat.
●
Draag gepaste kledij en schoenen voor het trainen - geen loszittende kledij.
Doe lang haar in een staart. Hou losliggende handdoeken uit de buurt van het
loopoppervlak. De loopband stopt niet onmiddellijk indien er een voorwerp
vastraakt in de riem of de wielen.
●
Gebruik de loopband niet blootsvoets. Draag altijd schoenen. Draag schoenen
met rubberen of antislipzolen. Draag geen schoenen met hakken, leren zolen,
studs of spikes. Zorg ervoor dat er geen steentjes vastzitten in de schoenen.
●
De handgrepen kunnen vastgehouden worden voor extra stabiliteit maar ze
zijn niet bestemd voor continu gebruik.
●
Stap nooit op of van de loopband terwijl de loopband beweegt. Houd uw
lichaam en hoofd naar voren gericht. Gebruik de handgrepen wanneer
bijkomende stabiliteit vereist is. In geval van nood, bijvoorbeeld als u struikelt,
kunt u de handgrepen vastnemen en de voeten op de zijvlakken zetten.
Probeer nooit u om te draaien of achterwaarts te wandelen of te lopen op de
loopband.
●
Overdrijf niet, en ga niet door tot u uitgeput bent. Stop met trainen als u zich
duizelig voelt, zwak, als u misselijk bent, borstpijn of andere abnormale
symptomen gewaarwordt tijdens het trainen. Raadpleeg onmiddellijk uw arts.
●
Laat de loopband nooit onbewaakt achter wanneer de stekker in het
stopcontact zit en de loopband draait. Laat de loopband na het uitzetten pas
alleen wanneer deze volledig stilstaat en vlak staat. Om de loopband los te
koppelen, zet u alle bedieningen op STOP of UIT. Trek daarna de stekker uit de
contactdoos.
●
Verwijder altijd de veiligheidssleutel uit de loopband wanneer u klaar bent
met trainen, vooral wanneer er kinderen zijn. Dit voorkomt dat zij per ongeluk
de loopband aanzetten.