14. De zekering vervangen
De zekering beschermt het apparaat tegen overbelasting. Bij normaal gebruik mag de zekering niet geactiveerd
worden.
Een activering van de zekering kan echter optreden in geval van een defecte soldeerbout of een kortsluiting in de
kabel tussen soldeerbout/soldeerpincet en het soldeerstation. De zekering kan ook geactiveerd worden bij een defect
in het soldeerstation.
Ga voor het vervangen van een defecte zekering als volgt te werk:
• Zet het soldeerstation uit. Laat het product volledig afkoelen.
• Haal de netspanning van het soldeerstation, door de stekker uit het stopcontact te trekken. Koppel vervolgens de
stroomkabel volledig los van het soldeerstation.
• Verwijder de zekeringhouder (zie afbeeldingen in hoofdstuk 7, pos. 11) boven het stopcontact. Deze kan bijv. met
een platte schroevendraaier voorzichtig eruit worden gewrikt.
• Haal de zekering uit de zekeringhouder.
• Controleer de zekering bijv. met een geschikt meetapparaat (digitale multimeter) op elektrische continuïteit.
• Als de zekering defect is, vervangt u deze door een nieuwe, zekering van hetzelfde type (zie hoofdstuk "Technische
gegevens" aan het einde van deze handleiding).
Gebruik nooit een zekering met andere specificaties. Overbrug een defecte zekering nooit!
Er bestaat brandgevaar; bovendien bestaat er levensgevaar door een elektrische schok!
• Plaats de nieuwe zekering in de zekeringhouder. Steek de zekeringhouder met de juiste richting terug in het sol-
deerstation zodat deze vastklikt.
• Neem het soldeerstation weer in gebruik (met de netspanning verbinden en inschakelen).
Mocht de zekering na het inschakelen opnieuw doorbranden, verbreekt u de verbinding van het soldeer-
station met de netspanning en laat u het complete apparaat vervolgens door een vakman controleren.
15. Verwijdering
Elektronische apparaten zijn recyclebare stoffen en horen niet bij het huisvuil. Voer het product aan het
einde van zijn levensduur volgens de geldende wettelijke bepalingen af.
24