Met deze SOC informatie heeft u op elk moment een nauwkeurig overzicht over de laadtoestand
van de accu. Tevens stuurt de regelaar op basis van de SOC de geschikte laadmethode en de
diepontlaadbeveiliging om daarmee de accu optimaal te behandelen.
Wanneer een van de parameters niet gemeten kan worden, bijvoorbeeld als een verbruiker
of een laadbron direct op de accuklemmen wordt aangesloten, dan is een goede SOC-
berekening niet mogelijk. In deze situaties kan de regelaar ingesteld worden op de
eenvoudigere spanningsgestuurde regeling. Zie hoofdstuk 6.2
Bij elke inbedrijfname van de regelaar wordt de SOC-berekening opnieuw gestart.
5.2. Laadregeling
De regelaar zorgt voor een acculading met constante spanning. Tot het bereiken van de
laadeindspanning wordt de totale door het zonnepaneel geleverde stroom gebruikt voor het laden
van de accu. In het gebied van de laadregeling wordt de laadstroom door pulsbreedtege-
moduleerd kortsluiten (PWM) van de zonnepaneelingang ingesteld. (shunt laadregelaar).
Afhankelijk van het gedrag van de accu worden automatisch verschillende laadmethoden
toegepast. (normaal laden, boostladen en egalisatieladen). Hierbij wordt rekening gehouden met
de instellingen voor het accutype en de stuurmethode. De laadeindspanning is
temperatuurgecompenseerd. Eens per 30 dagen wordt automatisch bepaald of een
egalisatielading moet worden uitgevoerd.
5.3. Diepontlaadbeveiliging
De regelaar beveiligt de aangesloten accu tegen te diepe ontlading. Wanneer de accu een
bepaalde minimale laadtoestand (bij SOC sturing) resp. spanningswaarde (bij spanningssturing)
bereikt, wordt de belastinguitgang afgeschakeld en wordt hierdoor een verdere ontlading van de
accu verhinderd. Voorwaarschuwing en afschakeling worden via het display aangegeven. De
afschakelniveaus voor de diepontlaadbeveiliging zijn vast ingesteld en kunnen niet worden
gewijzigd.
6. Instelling van de regelaar
Accutype, besturingsmethode en nachtlichtfunctie zijn in te stellen. Binnen de menu's bevinden
zich ook punten voor de zelftest en het opvragen van het serienummer. De instellingen blijven bij
het afkoppelen van de accu behouden.
6.1. Oproepen en veranderen van instellingen
Door het indrukken van de linker knop gedurende minimaal 3 sec. komt men in het eerste
instelvenster. (besturingsmethode). Door nogmaals indrukken van de linker knop worden de
andere instelvensters opgeroepen. Druk op de rechter knop als u instellingen wilt wijzigen. Het
display gaat dan knipperen. Nu kunt u met de linker knop tussen de instelmogelijkheden kiezen.
Door het indrukken van de rechter knop wordt de instelling opgeslagen. Het display knippert dan
niet meer. Men keert terug naar het normale display door 30 sec. te wachten, of door de
linkerknop 3 sec. in te drukken. Dit geldt voor alle vensters.
6.2. Instelling van SOC- of spanningssturing
Standaardinstelling is de SOC sturing. Daardoor wordt de laadmethode en de
diepontlaadbeveiliging gestuurd door de berekende SOC.
Wanneer verbruikers direct op de accuklemmen worden aangesloten of wanneer de accu
naast de solarregelaar ook nog via andere bronnen wordt geladen, moet deze instelling op
spanningssturing worden omgezet omdat de SOC-berekening dan fout kan zijn.
De voor de genoemde instellingen van
toepassing zijnde niveaus zijn
aangegeven in de tabel in hoofdstuk 9.
Pagina 9 van 15