1 - Vochtige lucht uit de ruimte
2 - Droge lucht
3 - Verdamper (afkoeling)
4 - Condensator (verwarming)
5 - Condensaatafvoer
6 - Compressor
7 - Ventilator(en)
3. Veiligheidsrichtlijnen
De condensatiedrogers uit de AP-serie zijn voorzien van veiligheidssystemen. De
apparaten ondergingen een veiligheidscontrole. Verkeerde bediening en verkeerd
gebruik kunnen leiden tot risico's voor:
- degene die het apparaat bedient;
- de machine en andere goederen van de exploitant;
- de efficiënte werking van de machine.
Iedereen die betrokken is bij installatie, inwerkingstelling, bediening, onderhoud en
reiniging van het apparaat moet
- terzake deskundig zijn;
- handelen conform deze gebruiksaanwijzing.
Reglementair gebruik
De condensatiedroger mag alleen voor ontvochtiging worden gebruikt bij een
omgevingsdruk van circa één atmosfeer.
Risico's door accessoires
Waterafvoerleidingen dienen vakkundig geïnstalleerd te worden en mogen de
beveiligingssystemen van de condensatiedroger niet buiten bedrijf stellen. De
bedieningselementen moeten altijd vrij toegankelijk blijven.
Personen die het apparaat bedienen
De bediening van de condensatiedroger mag alleen door personen worden
uitgevoerd die daarmee zijn belast door de exploitant en die voldoende zijn
geïnstrueerd. Degene die het apparaat bedient, draagt daarbij verantwoordelijkheid
voor derden.
Bevoegdheden voor de verschillende handelingen aan het apparaat moeten
duidelijk worden vastgelegd en nageleefd. Onduidelijke bevoegdheden en
onduidelijke deskundigheid vormen een veiligheidsrisico.
De exploitant moet
- de gebruiksaanwijzing beschikbaar stellen aan degene die het apparaat bedient;
- ervoor zorgen dat degene die het apparaat bedient, de gebruiksaanwijzing heeft
gelezen en begrepen.
Pagina 4 van 17