7
MINIMUM ALARM
Alle in punt 4-6 beschreven functies gelden ook voor het minimum alarm.
8
STATUSWEERGAVE
Deze weergave geeft de aktuele toestand van het systeem aan. Hier worden
waarschuwingen en meldingen weergegeven. In relatie met het
diagnosebeeldscherm kunnen verdere afwijkingen onderzocht worden (zie
hfst. 3.5.2). Als het systeem normaal functioneert wordt de mededeling "ok"
weergegeven.
9
CYCLUSWEERGAVE
Dit gedeelte van de statusweergave geeft de momentele aktieve cyclus aan.
Bijv. REFIG (koelcyclus) DEFST (ontdooicyclus) en DWELL (wachttijd).
17