3.3.2 INSTELBEELDSCHERM 2 SYSTEEMINSTELLING
5
6
1
INSTELBEELDSCHERM SYSTEEMINSTELLING
Wordt deze toets voor de tweede keer ingedrukt dan verschijnt
instelbeeldscherm 2 voor verandering of bekijken van de voorinstellingen.
2
INSTELLING VAN DE RUIMTETEMPERATUUR (-50ºC tot +50ºC)
Dit is themostaattemperatuur weergave. Voor instelling dient u ervoor te
zorgen dat de toetsenblokkering gedeblokkeerd is. Instelling van de
temperatuur geschiedt m.b.v. de
laatste blad bedieningsvoorschrift).
3
DIFFERENTIE VAN DE RUIMTETHERMOSTAAT ( 0 tot 10ºC).
Door indrukken van de keuzetoets systeeminstelling wordt de voorinstelling
weergegeven. Dit is de schakeldifferentie (Hysterese) van de thermostaat.
Let erop dat bij bijvoorbeeld een instelling van de differentie van 2º< een
ingestelde ruimtetemperatuur van -8ºC de temperatuur tot -6ºC stijgt voordat
de compressor weer inschakeld. De ruimtetemperatuur daalt dan tot -10ºC
voordat de compressor weer uitschakeld. De ruimtetemperatuurafwijking
bedraagt in dit voorbeeld -10ºC tot -6ºC overeenkomstig 4ºC. Algemeen
wordt de temperatuurafwijking van het systeem altijd 2x zo groot als de
ingestelde schakeldifferentie. In werkelijkheid zal de temperatuurafwijking,
vanwege de reaktietijd van de installatie, gewoonlijk iets groter zijn.
4
SCHAKELVERTRAGING (0-99 MINUTEN)
Deze vertragingstijd voorkomt korte looptijden van de compressor. Bij elke
start van de compressor wordt een tijdrelais gestart. De compressor wordt
na afloop van de vertragingstijd gestart.
2
3
4
7
8
11
9
en
toets (toetsenblokkering zie
1
10