Werking
1. Na het inschakelen van de voeding, druk op
toestel in te schakelen.
2. Druk op de
3. Druk op de toetsen "+" en "-" om de gewenste temperatuur in te stellen. (In de auto mode
kan men geen temperatuur instellen)
4. Druk op
high.
5. Druk op "swing" om de uitblaas richting in te stellen.
Vervangen van batterijen
1. Schuif het deksel aan de achterzijde gemarkeerd met
open zoals hierlangs afgebeeld.
2. Plaats twee nieuwe "AAA 1,5 V" batterijen. Controleer
de polariteit van de batterijen.
3. Schuif het deksel weer dicht.
Opmerking
Richt voor een goede bediening met de afstandsbediening op de ontvanger
•
van het binnendeel
De afstand tussen de afstandsbediening mag niet groter zijn dan 8 meter en
•
er mogen geen obstakels aanwezig zijn.
Het signaal kan door diverse factoren worden beïnvloed, de afstand wordt
•
hierdoor automatisch kleiner.
Vervang de batterijen alleen door hetzelfde type.
•
Verwijder de batterijen als de afstandsbediening langdurig niet wordt
•
gebruikt.
Als de afstandsbediening slecht of niet reageert vervang dan de batterijen.
•
Noodsituatie
Indien de afstandsbediening stuk of kwijt is, gebruik dan de AUX. Knop om het
toestel aan en uit te schakelen
Als het toestel is ingeschakeld dan functioneert deze in de AUTO mode.
toets om de gewenst mode te selecteren: AUTO, COOL, DRY, FAN, HEAT.
om de gewenste ventilator snelheid te selecteren: auto, low, medium en
op de afstandsbediening om het
10