▪
Kabeltemperatuur: moet vermeld worden indien de omgevingstemperatuur hoger is dan 70 °C:
6. ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN en LEIDINGINVOER
Het type 12400 moet worden geïnstalleerd en in bedrijf worden gesteld conform EN/IEC 60079-14
en/of nationale en lokale voorschriften die van toepassing zijn op explosieve omgevingen.
6.1. Toegestane voedingsspanning
Sluit de draden aan op de aansluitklemmen van het instrument en houd rekening met de + en
- polen en de in onderstaande tabel genoemde maximaal toegestane spanning. Maak de
aardingsaansluitingen met de interne en externe aardingsterminals.
Voedingsspanning U (V)
Explosieveilig
Intrinsieke veiligheid
6.2. Maximaal vermogen
3 W in de 12400-behuizing.
6.3. Uitgangsstroom en lusweerstand
o AO_1 en AO_2:
o
Maximale lusweerstand
o DO_1 en DO_2
Open collectoruitgang. Maximumstroom is 1 A. Een belastingsweerstand moet in de lus
worden geplaatst om de stroom tot dit maximum te beperken.
6.4. Parameters intrinsiek veilige unit
AO_1: aansluitklemidentificatie: primair UIT 4-20 mA
Max. ingangsspanning
Max. ingangsstroom
Max. ingangsvermogen
Max. interne elektrische capaciteit
Max. interne inductiviteit
8 | Baker Hughes
Omgevingstemperatuur
75 °C
80 °C
MINI
10 V
10 V
3,8 mA tot 20,5 mA voor meting
<3,6 mA of >21 mA bij storing
Voor AO_1 en AO_2: R maxi () = U (V) – 10 (V)
R lading
Kabeltemperatuur
AO_1
AO_2
MAXI
MINI
40 V
10 V
30 V
10 V
I max (A)
Ui
30
Ii
125
Pi
900
Ci
2,0
Li
500
© 2019 Baker Hughes Company. Alle rechten voorbehouden.
80 °C
85 °C
DO_1/DO_2
MAXI
MINI
MAXI
30 V
0,5 V
30 V
30 V
0,5 V
30 V
V
mA
mW
nF
µH