Basisfuncties
2
Selecteer een netwerk uit de lijst met gedetecteerde draadloze
netwerken en selecteer Automatisch verbinding maken →
Verbinding maken.
3
Voer, indien nodig, een wachtwoord in en selecteer Volgende.
Als de computer eenmaal met een draadloos netwerk is
verbonden, zal de computer er automatisch verbinding mee
maken als het netwerk beschikbaar is. Neem contact op met de
systeembeheerder als u een wachtwoord voor het netwerk nodig
hebt.
De Wi-Fi-functie uitschakelen
Wanneer u de Wi-Fi-functie niet gebruikt, kunt u deze uitschakelen om
de batterij te sparen.
Selecteer de statuspictogrammen op de taakbalk en selecteer
De Wi-Fi-functie wordt uitgeschakeld.
Vliegtuigstand
Hiermee worden alle draadloze functies van de computer
uitgeschakeld. U kunt nu alleen niet-netwerkdiensten gebruiken.
Als u de Vliegtuigstand wilt activeren, selecteert u de
statuspictogrammen op de taakbalk en selecteert u Vliegtuigstand.
26
.