Basisfuncties
5
Selecteer Internet Protocol versie 4 (TCP/IPv4) in de lijst onder
Deze verbinding heeft de volgende onderdelen nodig →
Eigenschappen.
• De naam van het netwerkonderdeel kan verschillen afhankelijk
van het besturingssysteem.
• Als u een netwerkitem zoals een client, service of protocol
wilt toevoegen, selecteert u Installeren... onder de lijst met
netwerkitems.
6
Configureer de IP-instellingen.
• Als u DHCP gebruikt, selecteert u Automatisch een IP-adres
laten toewijzen.
• Als u DHCP niet gebruikt, neemt u contact op met de
netwerkbeheerder om het IP-adres te verkrijgen. Als u een
statisch IP-adres wilt gebruiken, selecteert u Het volgende IP-
adres gebruiken en stelt u het IP-adres handmatig in.
7
Selecteer OK om de instellingen op te slaan.
24